Door R.M. Brockhus
's-Gravenhage, 22 september 1995
T.b.v.: Stichting Sociale Databank Nederland
(Tel. SDN: 035-5244141, giro: NL57 INGB 0000 7084 52)
Op verzoek van: Stichting Grondvest
Derde Kamervragen voor de
nabeschouwing van Prinsjesdag
De werkgelegenheid is voor achtereenvolgende regeringen 'n probleem dat kennelijk niet oplosbaar lijkt. Natuurlijk zijn redenen aan te geven die bezuinigingen op onderwijs, AOW, WAO, bijstandsuitkeringen,
werkloosheidsvoorziening en de gezondheidszorg zouden kunnen rechtvaardigen, ware het niet dat Derde Kamerleden andere oplossingen weten aan te dragen die de sociale structuur van Nederland niet ondermijnen. De voorstellen van de regering voor dit jaar zijn een voortzetting van economisch en sociaal achterhaalde uitgangspunten. Laten wij eens proberen wat kamervragen te formuleren, die bij de nabeschouwing van de miljardennota gesteld zouden moeten worden, maar waarvan met grote zekerheid is te zeggen dat deze vragen helaas NIET gesteld zullen worden.
Zoals in een vorig nummer van Grondvest uitvoering werd beschreven, blijkt dat bij de fusie van de grote banken ABN met AMRO en Postbank met de NMB, circa een kwart van de nationale geldmiddelen (ofwel dertig miljard gulden) spoorloos verdwenen is. Dat geld, waarvoor door de Nederlandse burgers is gewerkt en waarover belasting is betaald, werd in een handomdraai uit de circulatie genomen en op een parkeerrekening gezet, zonder dat dit in een parlementaire afweging, danwel in journalistieke beschouwing onder de aandacht van de burgers kwam.
De Derde kamer zou hier het vacuüm in de democratische controle kunnen opvullen. Hoewel in de Tweede Kamercommissie van Financiën dit onderwerp aanhangig is gemaakt, waarbij kamerlid Th.J.M. Hendriks het onderwerp met nadruk onder de aandacht van de commissie bracht, kwam minister Zalm niet verder dan te vermelden dat dit een ware VONDST was. Het voorstel om die dertig miljard gulden bij wet te bestemmen voor
de financiering van de AOW, zodat de betaalbaarheid van de ouderdomsvoorziening geen probleem meer zou opleveren in de toekomst, ontlokte de minister de opmerking: "Dat lijkt op nationalisatie van kapitaal".
De commissie is verder niet ingegaan op de mogelijkheden van het voorstel, en een adequaat antwoord van het Ministerie van Financiën en van de Kamercommissie is nog steeds niet ontvangen. Er ligt hier een schone taak voor de leden van de Derde Kamer, de lezers van Grondvest en overige sociaal betrokkenen om vragen over dit onderwerp wat nadrukkelijker naar voren te brengen.
Tweede en Derde Kamervragen
Financiën:
Kan de regering aangeven waar de miljarden guldens aan primaire liquiditeit (M1) gebleven zijn die bij de fusie van de grootbanken vrijkwamen uit het betalingsverkeer (zie Grondvest 4e kwartaal 1994); en zouden deze miljarden niet gebruikt kunnen worden voor de werkgelegenheid, danwel voor de financiering van de AOW?
Werkgelegenheid:
Weet de regering van de reeds dertig jaar durende constante aan werkgelegenheid (in uren uitgedrukt) van ca. 8,4 miljard uur per jaar (loondienstverband) in Nederland, en wat is de verwachting voor de toekomst?
Welk beleid is van de regering te verwachten wanneer het aantal arbeidsuren niet toeneemt, ondanks alle stimulerende maatregelen; en wat zijn de voornemens van de regering met betrekking tot het arbeidsethos bij de vaststelling van een stabilisering van de werkgelegenheid voor Nederland? Zijn de Melkert-banen met een subminimale beloning voor arbeid niet eerder een bedreiging van de sociale stabiliteit; en bevorderen deze 'banen' niet eerder de criminaliteit dan dat zij die doen afremmen, danwel voorkomen?
Milieu:
In het kader van het milieu zal de werkgelegenheid aan beperkingen onderhevig zijn, waardoor een grens is te trekken bij de groei van de werkgelegenheid; juist wanneer deze zou uitstijgen boven die 8,4 miljard uur. In welke sectoren zal de werkgelegenheid zich dan nog wel mogen manifesteren, zonder schade aan te richten aan het milieu? De Berlijnse conferentie laat aan duidelijkheid niets te wensen over m.b.t. de
CO2-problematiek, die ten nauwste samenhangt met de mobiliteit van de werknemers en van de goederenstromen over de wereld. De internationale handel moet daarom beperkingen opgelegd krijgen, zodat geen deuren voor woningen in Nederland geproduceerd worden voor huizen in Australië. Laat men die deuren maar in
Australië maken. De planeet Aarde verdraagt al dat gesleep met menselijke rommel niet langer.
Soevereiniteit:
Met betrekking tot de in de grondwet voorgeschreven verdediging van de onafhankelijkheid van ons land kan de vraag aan de regering gesteld worden: 'Met welk recht laten de centrale bank en de overheid via de kapitaalmarkt de liquiditeitsvoorziening van Nederland beïnvloeden door buitenlandse machten zoals speculanten, waardoor de werkgelegenheid van honderdduizenden uiterst onzeker wordt?' Gezien de massa-ontslagen bij Shell, Fokker, enz., zal de relatie van de werkgelegenheid en het internationale kapitaalverkeer nadrukkelijk onder de aandacht van de politiek moeten komen. Tot nu toe ontbreekt een discussie daarover totaal. De soevereiniteit van ons land staat hierbij op het spel; niet wat betreft het democratische bestuur, maar wel wat betreft het economisch functioneren, waarbij de politiek grondwettelijk verplicht is te sturen en besturen. De kiezers hebben recht op een landsbestuur dat alle elementen omvat, met name ook de geldpolitieke elementen. Geld, de drager van onze economie is net zo complex als een DNA-molecuul. Het zal daarom net zo zorgvuldig onderzocht moeten worden op zijn economische en sociale eigenschappen als het DNA-molecuul m.b.t. het biologisch leven.
Geldpolitiek:
Wij zouden kunnen leren van buitenlandse voorbeelden - zoals van de VS, die wat de geldschepping betreft ook de werkgelegenheid meeweegt in de doelstellingen van de centrale bank. Dit in tegenstelling tot Nederland. Het monetair beleid van De Nederlandsche Bank NV is statutair nog altijd en uitsluitend gericht op het handhaven van de waarde van de munt, en houdt nog steeds geen rekening met de behoefte aan liquiditeit ten behoeve van de werkgelegenheid. Het beleid is derhalve gericht op de belangen van de beleggers die vaak investeren in economisch onproductieve financiële waarden. De werkgelegenheid wordt daarbij niet zelden ernstig geschaad.
Huurverlaging:
Wanneer de regering werkelijk de werkloosheid wenst terug te dringen, zonder de verpaupering te bevorderen van miljoenen mensen met banen als de minister van Sociale Zaken voorstelt, waardoor de criminaliteit
onvermijdelijk wordt bevorderd, dan zou een wettelijke huurverlaging van 10% voor de komende jaren een vloedgolf aan werkgelegenheid opleveren, omdat niet alleen de koopkracht van circa tien miljoen Nederlanders fors zal kunnen toenemen, maar tegelijk de bedrijfslasten van het Midden- en Kleinbedrijf gaan dalen, waardoor van binnenuit de bedrijfsinvesteringen fors zullen kunnen toenemen met innovatieve investeringen; en met een werkgelegenheidsboom als gevolg. De inflatie verdwijnt als gevolg van zo'n maatregel volledig en past zelfs goed in de doelstellingen van de Nederlandsche Bank.
Beleidskeuze:
De koopkrachtige vraag van consumenten bevat de sleutel voor de werkgelegenheid, geïnitieerd door dalende lasten van de particuliere en zakelijke huisvestingskosten. Daarnaast zal als vanzelf een forse
vermindering van de overdrachtsinkomens zorgen voor 'n fors kleiner tekort op de begroting, omdat de werkgelegenheid aantrekt vanwege deze uiterst sterke economische impuls. Slechts passieve beleggers in onroerend goed zullen een veer moeten laten; maar van hen is niet te verwachten, gezien het gigantische miljardenbezit, dat ook maar één van hen door verarming gebruik zal moeten maken van de inkomensondersteuning van de Sociale Dienst. De politiek moet kiezen tussen werk voor mensen en voor bedrijven, en het rendement op kapitaal. De kiezers wensen duidelijkheid.
Kapitaalexport:
Wanneer de regering de werkgelegenheid werkelijk wil bevorderen, dan zal zij tegenover de gigantische kaalslag in de werkgelegenheid bij de multinationale bedrijven een beleid moeten stellen dat de binnenlandse markt stimuleert; desnoods ten koste van exporterende bedrijven. De exportoverschotten die wij structureel hebben zijn zo groot, en onze concurrentiepositie is zo sterk, dat nauwelijks negatieve effecten te verwachten zijn voor de werkgelegenheid in de exportsector. De exportindustrie gaat zo goed, dat overschotten op de handelsbalans regel zijn. Daarnaast worden duizenden mensen vanwege de productietechnieken uitgestoten. De kapitaal- en goederenexport zijn zo groot, dat die duidelijk ten koste gaan van de binnenlandse economie. Bestedingen op de binnenlandse markt komen daardoor onder druk, want het in het buitenland verdiende geld komt niet voldoende aan de Nederlandse werkgelegenheid ten goede, en veel werkgelegenheid gaat daardoor verloren, waardoor onnodig mensen aan de zijkant worden gezet, armoede ontstaat en de staatsbegroting onnodig zwaar belast wordt met sociale uitkeringen.
Belangenconflict:
Het lijkt er op dat in Nederland een conflict of interest bestaat, waarbij enerzijds de overheid middels het beleid van de Nederlandsche Bank NV de beleggers in alle opzichten ten dienste staat, en anderzijds de rekening van het rendement over exponentieel groeiende financiële vermogens steeds neerlegt bij de minst draagkrachtigen, die we inmiddels beter als de ARMEN van Nederland kunnen omschrijven. Groen, rood, blauw of paars, het maakt nauwelijks uit welk kabinet er zit. De rekeningen komen keer op keer terecht bij mensen die inmiddels niets meer kùnnen betalen. De regering, deze en vorige, verwijten wij een beleid te voeren, waarmee door voortdurende verpaupering van de onderlagen van de bevolking de criminaliteit van overheidswege wordt bevorderd. Want mensen worden met de eindeloze bezuinigingen over de rand van het verdraagbare geduwd, waarbij zij uiteindelijk nog kunnen kiezen tussen het koninklijk geweld van de deurwaarder, of het op illegale wijze proberen iets bij te verdienen om het huisbezoek van Hare Majesteits vertegenwoordiger te vermijden. De overlijdensstatistieken in de getto's spreken in dit opzicht boekdelen, waarvoor de overheid en het parlementair besluitvormingsproces direct verantwoordelijk zijn; naast het geheel ontbreken van aandacht voor die onderwerpen in de massamedia.
Koopkracht:
Opnieuw wijzen wij naar de werkgelegenheid, omdat mensen die economisch ook als consument niets meer te bieden hebben, maatschappelijk en als outcast, geen koopkracht brengen naar de "outlet" van de bedrijfskolommen waarvan alle werkgelegenheid afhankelijk is met de afzet van producten. Elke gulden die wordt toegevoegd aan de koopkracht van de minima levert tenminste drie gulden aan omzet, werkgelegenheid en belastingen op via de bestedingen. Economen zouden de koopkracht aan de onderkant van de markt moeten koesteren als een kleinood, omdat het de basis is van het economisch functioneren van de samenleving. Altijd alleen maar praten over kostenverlaging is een heilloze weg, omdat die kostenverlaging voor het zelfde bedrag weggehaald wordt uit de loonsom en investeringen elders in de economie. Amerikaans-Britse toestanden wensen wij absoluut te vermijden.
Rente
Wanneer men wil bezuinigen, doe dat dan op de rente. Dit jaar betaalt de overheid 28 miljard gulden over de staatsschuld. De Heer Bolkestein trok daartegen flink van leer. De lagere overheden betalen nog eens zo'n 10 miljard gulden aan rente over de miljarden die zij geleend hebben. Daarnaast betalen we met z'n allen een slordige 100 miljard gulden rente over de besparingen die aan de financiële instellingen zijn toevertrouwd. We zijn ons bewust dat een deel daarvan slechts uit bijtelling bestaat, maar dat neemt niet weg dat deze kostenpost exponentieel blijft groeien, en een reële, potentiële bron van inflatie kan zijn. Een rekening die gezien de groei van dat financiële vermogen alleen maar kàn groeien, en waarvan te voorspellen is dat deze over 15 jaar het dubbele zal zijn van wat deze nu is. Dit nog los van de directe kosteninflatie. De verantwoordelijkheid van regering en parlement, maar ook van de pers, de universiteiten en maatschappelijke organisaties om de monetaire kwestie nadrukkelijk in een politiek debat te betrekken, is hiermee wel aangetoond. De toekomst van Nederland en vooral van onze kinderen staat op het spel.
Armoede:
Illustratief voor het gebrek aan koopkracht was een noodkreet van een uitkeringsgerechtigde die als tweede ouder in een bijstandsgezin onder regiem van de bijstandswet moet leven van f. 186 per maand, ofwel van een wachtgeld van 74 cent per uur. Wij geloven niet dat iemand in de regering bij benadering kan inschatten hoe het is om van zo weinig rond te moeten komen, en vervolgens door de minister van Sociale Zaken aan het werk te worden gezet, waarbij de inkomenspositie nog niet of nauwelijks verbetert. We nemen aan dat de minister weet wat bedoeld wordt. Hij heeft de aan hem gerichte brief ongetwijfeld gelezen (waarvan ook het parlement een kopie mocht ontvangen) met het verslag van de verkiezingsevaluatie van de PvdA die in Utrecht plaatsvond, waarop die voornoemde noodkreet als ingezonden artikel in de Volkskrant van 1 april jl. aansloot.
Functionaliteit
Verder willen wij de Minister van Financiën vragen, of hij kan aangeven hoeveel guldens in Nederland ten dienste staan aan het onderhouden van de werkgelegenheid, en welk deel voor andere doeleinden gebruikt wordt; uitgedrukt in een percentage van de totaal beschikbare liquiditeit? (Bedoeld wordt in beide gevallen M1). Verder vragen wij of de regering het fiscale verlies van twee miljard dat de ING-bank met de overname van Barings Bank heeft geïmporteerd - waardoor een gat in de begroting dreigt te ontstaan - zal verhalen op de collectieve uitgaven? Of gaat de minister van Financiën voorstellen de bezuinigingen met twee miljard terug te brengen, om op die manier de koopkracht en de werkgelegenheid te beschermen?
Lastenverlaging:
De Heer Bolkestein pleit voor lastenverlaging voor de burgers, maar vertelt er helaas niet bij voor wèlke burgers. De burgers op het minimum en met de middeninkomens hebben van de lastenverlichting alleen maar nadelen ondervonden met alle privatiseringen. De VVD t een schijnverbetering van de inkomenspositie voor die feitelijk een achteruitgang betekent voor velen. Kan de Heer Bolkestein aangeven waar de winst zit voor de burgers, en welke burgers hij dan bedoelt? Hier enige voorbeelden: verlaging van de vennootschapsbelasting, verlaging van de AOW-premie, van de AWBZ-premie en van de huursubsidie. Daarnaast de verhoging van het collegegeld, verhoging van de huur, verhoging van de gemeentelijke lasten en van de voorfinanciering van de tandarts. Moeten we nog verder gaan?
Staatsschuld:
Afsluitend vragen wij de regering de staatsschuld niet te zien als iets dat uitsluitend negatief is, omdat miljoenen mensen (vooral de ouderen) hun pensioeninkomen en welvaart ontlenen aan dit staatsbeleggingsfonds. Weliswaar is het een schuld van de Nederlandse bevolking als geheel, maar het is evenzeer een gigantisch bezit, waarvan de groei door de meeste partijen in deze Kamer ten onrechte wordt veroordeeld en bestreden. Voor de VVD eigenlijk een tegennatuurlijk gevecht. Misschien kan de Heer
Bolkestein reageren? Want waar zouden de spaarders dan met hun geld naar toe moeten, als de staatsschuld wordt afgelost? Investeren in werkgelegenheid? Waar, bij wie, en waarvoor? En de hamvraag: wat gebeurt er met de prijzen wanneer die 400 miljard gulden staatsschuld werkelijk zou worden afgelost?
Communicatie:
Zoals u in eerdere artikelen in Grondvest hebt kunnen lezen, zijn er mensen bij de St. Sociale Databank Nederland bezig om een elektronisch netwerk op te bouwen (met aansluiting op o.a. Internet) om daarmee u en anderen de mogelijkheid te bieden uw eigen visie op de maatschappij naar buiten te brengen. Er wordt nog steeds gewerkt om dit voor elkaar te krijgen. Gemakkelijk is het evenwel wel niet, maar we hopen met de uitgave van het volgende nummer van Grondvest in de lucht te zijn. Steun ons daarbij indien u ook deze mogelijkheid wilt benutten om zowel uw Georgistische idealen, als andere ideëen aan de gemeenschap ter kennis te brengen. De onderwerpen zijn vrijwel onbegrensd. Voor u betekent het dat u zelf actief deel kunt nemen aan een democratiseringsproces dat zijn weerga in de menselijke geschiedenis niet kent.
Bouw ook mee aan de toekomst!!
Girorekening SDN: NL57 INGB 0000 7084 52
Kopie aan:
Nieuws van de Dag VVD
Antwoordnummer 3409 Antwoordnummer 1877
1000 PA Amsterdam 2500 WB Den Haag
ABVA-KABO Min. Verkeer en Waterstaat
Antwoordnummer 10018 Antwoordnummer 10581
2700 VB Zoetermeer 2501 WB Den Haag
Achterhoek Nieuws Ministerie Binnenlandse Zaken
Antwoordnummer 9 Antwoordnummer 123
7100 AC Winterswijk 2501 VB 's-Gravenhage
Algemeen Dagblad NCRV
Antwoordnummer 1614 Antwoordnummer 1121
3000 VB Rotterdam 1200 VB Hilversum
AVRO NRC Handelsblad
Antwoordnummer 4000 Antwoordnummer 1168
1200 VB Hilversum 3000 VB Rotterdam
Brabants Nieuwsblad Partij van de Arbeid
Antwoordnummer 65 Antwoordnummer 3989
4700 VB Roosendaal 1000 PA Amsterdam
CNV Vakcentrale Revu
Antwoordnummer 1096 Antwoordnummer 50300
3500 VE Utrecht 2000 VK Haarlem
De Volkskrant Socialistische Partij
Antwoordnummer 2277 Antwoordnummer 30542
1000 PA Amsterdam 3030 WB Rotterdam
De Telegraaf TROS
Antwoordnummer 4250 Antwoordnummer 1313
1000 PA Amsterdam 1000 PA Amsterdam
Democraten '66 Trouw
Antwoordnummer 1966 Antwoordnummer 2792
2509 WB Den Haag 1000 PA Amsterdam
Vrij Nederland VARA
Antwoordnummer 3043 Antwoordnummer 3
1000 PA Amsterdam 1200 VB Hilversum
Elsevier Koninklijke Marine
Antwoordnummer 2418 Antwoordnummer 801
1000 PA Amsterdam 2501 VC Den Haag
Panorama Voedingsbond FNV
Antwoordnummer 50200 Antwoordnummer 101
2000 VK Haarlem 3500 ZA Utrecht
Evangelische Omroep Rijksuniversiteit Groningen
Antwoordnummer 80 Antwoordnummer 9668
1200 VB Hilversum 9700 WN Groningen
Evert Vermeer Stichting Universiteit van Nijmegen
Antwoordnummer 10089 Antwoordnummer 213
1000 PA Amsterdam 6500 VC Nijmegen
Veronica Omroep Vrije Universiteit
Antwoordnummer 123 Antwoordnummer 2941
1200 WB Hilversum 1000 SN Amsterdam
FNV Vakcentrale Universiteit Nijenrode
Antwoordnummer 250 Antwoordnummer 4209
1000 PW Amsterdam 3600 ZB Breukelen
Gooi- en Eemlander Kath.Universiteit Brabant
Antwoordnummer 376 Antwoordnummer 60569
1200 VB Hilversum 5000 WB Tilburg
Groen Links Landbouw-Universiteit
Antwoordnummer 10254 Antwoordnummer 30
1000 AA Amsterdam 6700 VB Wageningen
Groene Amsterdammer Universiteit van Twente
Antwoordnummer 26 Antwoordnummer 323
1000 PA Amsterdam 7500 VB Enschede
Hervormd Nederland Technische Universiteit Delft
Antwoordnummer 84016 Antwoordnummer 10150
2508 VB Den Haag 2600 VB Delft
Het Parool (redactie) Universiteit van Amsterdam
Antwoordnummer 2470 Antwoordnummer 3521
1000 PA Amsterdam 1000 RA Amsterdam
Industrie- en Voedingsbond CNV Rijksuniversiteit Leiden
Antwoordnummer 2410 Antwoordnummer 10368
3430 VK Nieuwegein 2300 WB Leiden
VPRO Techn. Universiteit Eindhoven
Antwoordnummer 500 Antwoordnummer 513
1200 VB Hilversum 5600 VB Eindhoven
Kennemerland Dagblad (red) Universiteit voor Humanistiek
Antwoordnummer 6 Antwoordnummer 4031
1940 VB Beverwijk 3500 AT Utrecht
Koninklijke Landmacht Erasmus Universiteit
Antwoordnummer 35 Antwoordnummer 5125
2501 XA Den Haag 3000 VB Rotterdam
|