Ing. H. Verveer
via
bouwenquete@tk.parlement.nl. Kam. Onnesstraat 1. 2912 BE Nieuwerkerk a/d IJssel. 0180319861 / hverveer@xs4all.nl Voorz. Parl. Enquête Bouwfraude. Mevr. M. Vos. s' Gravenhagege 02- 146. Nieuwkerk. a/d IJssel, 29 sept. 2002. Geachte Mevrouw Vos, Betreft: Pers. conclusies/aanbevelingen nav. de verhoren en mijn eigen expertise. Notitie 145 dd. 28 sept. Om de inhoud hiervan op zijn waarde te beoordelen geef ik, om mijn expertise en integriteit te benadrukken, mijn personalia: *opleiding: UTS en HTS beiden Civiele techniek te Rotterdam. *praktisch: Tot dec. '97 ben ik gedurende bijna 30 jaar als civiel ingenieur werkzaam geweest in de Grond- Weg- en Waterbouw bij een tweetal aannemingsbedrijven in de functie van hoofd bedrijfsadministratie en later fin. directeur. Hierdoor was ik betrokken/ medeverantwoordelijk voor oa. kostprijsanalyses, projectadministratie, bestedingsproblematiek, speciale projecten en arbitrages. In sept. '97 heb ik op eigen verzoek ontslag genomen, mede de sfeer in de branche, waarna ik in de afgelopen jaren de nodige afstand heb kunnen nemen. Ik ben 54 jaar 'jong', getrouwd, fin. onafhankelijk, rentenier en ben sinds okt.2001 politiek geïnteresseerd. Ik richt mij pas nu tot U, omdat ik vind dat tijdens vele verhoren de waarheid ernstig geweld wordt aangedaan. Vele getuigen spreken uit hun "bedrijfsbelang "hetgeen vaak de waarheidsvinding sterk bemoeilijkt.{MKB. was ook niet vertegenwoordigd.} Ik ben van mening dat zeker in de verhoren de commissie onvoldoende aandacht heeft besteed aan de algemeen te hoge ramingen welke de belangrijkste oorzaak is van deze fraude. Indien hieraan onvoldoende aandacht wordt geschonken in de aanbevelingen, zit de commissie over 5 jaar hier wederom met hetzelfde feit omdat de oorzaak zelf niet wordt aangepakt. Dhr. H. Smulders is bekend met mijn 3 bouwfraudebehandelingen en expertise. Desgewenst ben ik bereid mondeling evt. vragen, onduidelijkheden en aanvullingen aan de commissie te verstrekken. Inmiddels verblijf ik, Hoogachtend, Henk Verveer. |
Notitie
145
Parlementaire enquête "bouwfraude"
Persoonlijke conclusie/aanbevelingen nav. verhoren dag 1
t/m 15: 1} Algemeen beeld:
In
het getuigenbankje waren de grote aannemers {27 st.}
oververtegenwoordigd en trachtten het
beeld
op te roepen dat het vooroverleg niet tot prijsopdrijving zou hebben
geleid.
Geen van de
opdrachtgevers {15 st. }
heeft blijk gegeven van het besef dat hun ramingen
algemeen te hoog zijn.
Het
gebrek aan dit besef, de onvoldoende kostendeskundigheid en het gemakkelijk
financieel gewin vormen de basisvoorwaarden voor de bouwfraude en is in de verhoren onvoldoende onder de
aandacht
gekomen. Het budgetteringssysteem wat fraude in de hand werkt en wat zich derhalve zelf corrumpeert zal, mits daadkrachtig wordt opgetreden, tzt. gewoon worden gecontinueerd. 2} Opzetpraktijken:1 opdrachtgevers.
Deze roepen een sterk naïef beeld
op en ervaren het eerst als een 'probleem' indien de raming fors
wordt overschreden.
Zelfgenoegzaamheid voert nog
steeds de boventoon terwijl juist
opdrachtgevers zich zouden
moeten afvragen of ze voldoende
kostendeskundigheid bezitten om op gelijkwaardig niveau met de
aannemerij om te kunnen
gaan. Om deze gelijkwaardigheid te kunnen bereiken zal gebruik dienen te worden gemaakt van nacalculatiegegevens om de normkosten te toetsen en daarmede de raming.
Het feit dat door de vaakstructureel te hoge
ramingen de aannemers, zelfs bij openbare bestedingen,
tot opzetpraktijken hebben kunnen
komen moet zelfs voor de opdrachtgevers het bewijs zijn dat ze
gemeenschapsgeld verkwisten.
Ook tav. deze fraude geldt het
gezegde "de gelegenheid
maakt de dief" waarbij de gelegenheid
staat voor de structureel te hoge ramingen.
Aanpassen van het budjetterings- en
aanbestedingssysteem lijkt de enige oplossing. 2 aannemers.
Muv. de eerste 3 getuigen
verbaast het mij, voor de waarheidsvinding, dat slechts
vertegenwoordigers
van de zeer grote aanwezig
waren{27 st.} terwijl de markt toch sterk wordt gedomineerd door
het
midden en
kleinbedrijf.
Het beeld van structureel
vooroverleg en de bijbehorende facturen en vereffeningsbedragen/
pepernoten/ fiches en werkuitruil wordt toch wat duidelijker. Vooroverleg heeft frequent plaatsgevonden { zie ook Bos adm.} en de 2 navolgende uitspraken van vele getuigen zijn derhalve leugenachtig:
* er is geen sprake van prijsopdrijving.
* er zijn weinig valse facturen.
Ondanks deze uitspraken zal het
duidelijk zijn dat zowel de facturen als de
vereffeningbedragen
bovenop de kostprijs worden gezet
en derhalve per definitie leiden tot prijsopdrijving , net zoals
trouwens bij uitruiling van
werk.{marktwerking wordt voorkomen.} De aannemerij tracht nog steeds de indruk te wekken dat fors lager blikken dan de kostprijs een normaal verschijnsel zou zijn.{de commissie had een uitgelezen kans gehad om deze onzin gebaseerd op enige werken te toetsen mbv. raming, inschrijfcijfer en de nacalculatie.}
*** De commissie welke o.a. beschikt over de adm. van Bos, HBW en BAM. zal zich hierdoor een goed beeld kunnen vormen van de mate van prijsopdrijving en de geringe verschillen tussen inschrijfprijzen en de ramingen.{ik schat een verhoging van gem. 15-20%.}
***
Bij het introduceren van
innovatieve ideeën dient het prijspeil ook aandacht te krijgen en het
MKB niet te worden uitgesloten.{in de
praktijk is deze innovatie echt niet zo sterk.} Gezien het feit dat door de aannemers wordt beweerd dat vooroverleg in nov. 2001 is gestaakt zou dit zichtbaar moeten zijn !!!
***
Ik ben van mening dat de eerste 3
getuigen meer waarheid hebben verkondigd dan de 25 man na hun.
Sommige aannemers voelen zich
zelfs geslachtofferd terwijl dit nu juist de wereld op zijn kop is. 3 accountants.
Bij samenspanning hebben deze het
nakijken.
M.b.t. het rapport van
KPMG mbt. Schiphol heb ik sterke twijfels over haar conclusies,terwijl ik
de
opdrachtaanvaarding met zo'n beperking door D. &
T. van KSS laakbaar acht.
Een meer maatschappelijke rol
voor deze beroepsgroep kan alleen worden bereikt door loskoppeling
bijv. samenwerking in een beroepsmaatschap. 4 OM. en MNa.
Beide stellen hun eigen regels
toch verre preferent boven maatschappelijke behoeften. 5 Politici. Weten niets van de fraude voor Zembla en vonden dat ze het uiteraard goed hadden gedaan. Verder verdacht weinig gesproken over grote prijsopdrijving gronden in Vinex locaties en het niet {kunnen/willen} toepassen wetgeving antigrondspeculaties.
Over de rol van politici welke
door hun ondeskundigheid geen corrigerende
invloed hebben op
de raming wordt niet gesproken.!!! De conclusie is dat deze fraude zolang ongestoord kon voortduren omdat niemand gebaat lijkt bij een scherpe raming en indien er niets structureels gebeurd ze morgen "gewoon" weer doorgaat zoals de aannemerij reeds zelf opmerkt. 3} Corrupt: Dit zeker niet te onderschatten facet van deze fraude heeft wel een erg dominante plaats inde verhoren, men zou de indruk kunnen krijgen dat dit de belangrijkste oorzaak zou zijn, wat volstrekt onjuist is. Het is niet realistisch te verwachten dat in dit onderzoek de mate waarin boven water gebracht zal worden gezien de bestaande cultuur in de sector.
Veel wezenlijker is het vaak
naïef, gemakzuchtig en ondeskundig gedrag van de ambtenarij wat
resulteert in:
* het structureel te hoog maken van ramingen.
*
vaak met onzuivere motieven kiest voor niet
openbare bestedingen.
* het niet willen beschikken van nacalculatiecijfers om de raming te
toetsen.
Ik ben van mening dat niet alleen
integriteit de maatschappelijke aandacht verdient doch
dat dit nog meer een zaak is van
een goede mentaliteit. Het
royaal betalen uit de "overheidspot" is lange tijd te gemakkelijk
gegaan. Corruptie in de bouw, ontstaan door de bestaande
cultuur en de grote financiele
verlokkingen
zal
slechts mbv.
transparantie
en
mentaliteitsverandering
kunnen worden
uitgebannen. 4} Speciale projecten: VROM Den Helder. a} er lijkt sprake te zijn van vooroverleg, kostenvergoeding 350.000,= vind ik wel zeer fors.b} nacalculatie door VROM gebeurt niet zodat ze haar ramingen niet reeel kan toetsen. Waterschap- Kampen.
analyse van de vergelijkbare projectkosten is wenselijk om
te kunnen constateren
wie in deze case het gelijk aan zijn kant heeft Schiphol spoortunnel. Het beeld ontstaat van een opdrachtgever die niet bij de les is en slecht
onderhandelt met de KSS. tijdsdruk wordt, terecht of niet, gebruikt om een bouwteamcontract te
maken wat de reden is van de hoge marges.
wordt, ondanks 65 deelbestekken, niets aan nacalculatie gedaan om de
marges te beheersen. is het feit dat de direct betrokkenen, ondanks de schikking, van
mening zijn dat NS. De valse
facturen niet is benadeeld. Mij blijft onduidelijk de betalingen aan Ballast van
(2*)
245.000 de totaalbeeld zou het zichtbaar maken van de werkelijke winst incl.
de exploitatiewinst de "moeders"wenselijk geweest
zijn. ***
Betaling van 20 miljoen lijkt meer ingegeven door
herstel goede verhoudingen dan door harde
juridische aspecten.!!! Het beeld ontstaat van een NS. die de vrije markt frustreert en in normale
gevallen ook met extra
hoge marges geen enkel probleem heeft.
Pas nadat V&W met het KPMG rapport waren geconfronteerd tracht ze met
NS./KSS. op een
m.i.dubieuze wijze dit af te wikkelen.
Ondanks de grote aandacht voor
deze 4 projecten wordt niet duidelijk hoe e.e.a. nu
werkelijk financieel/ juridisch
ligt. 5} Aanbevelingen : Uitgangspunt: Daar de fraude het gevolg is van de structureel te hoge ramingen en dit niet onderkend wordt door opdrachtgevers dient hiernaar de grootste aandacht uit te gaan daar "morgen" de verkwisting gewoon zal verdergaan. Het systeem van budgettering dient te worden aangepast.
opdrachtgevers:
*
het in principe openbaar besteden van projecten zodat marktmechanisme en
transparantie sterk
worden bevorderd.
*
het aanpassen van de organisatie incl. screening en waardoor er
mensen komen
die gebaat zijn bij scherpe ramingen.{
*
het m.b.v. nacalculatie op een hoger peil tillen van de
kostendeskundigheid. * het stimuleren van innovatieve ideeën zonder dat de marktwerking wordt verstoord.
aannemers:
*
dienen structureel af te zien van
beperking op mededinging dus geen overleg, werkuitruil enz.
*
dienen openheid te geven over het verleden om dit af te kunnen
sluiten.
overheid als wetgever:
* meer opsporingsbevoegdheden van
NMa, welke wel daadkrachtiger dient te worden.
*
verbieden van vert. constr. bv. asfalt en zandkartels.
*
aanpassen van UAR.mbt: RvA vervangen door gewone rechter.
* controle geb. op nacalculatie.
* verplichte code
voor aannemers.
* openen alle
enveloppen
* schrappen rekenverg. alleen bij spec. projecten.
6} Conclusie:
Indien de voornoemde
aanbevelingen niet worden onderkend en kritisch worden gevolgd
zal de mentaliteit niet
verbeteren en de cultuur van tientallen jaren "gewoon"
terugkeren.
Het besef dat overheidsgeld
doelmatig dient te worden besteed zal een blijvende
topprioriteit
moeten zijn. Ik verwacht dat
hierdoor structureel € 500 miljoen /jaar aan
gemeenschapsgeld
kan worden bespaard en de markt
opener en transparanter zal worden. ***
Verdere actie van de commissie
lijkt mij zeer gewenst ivm. waarheidsvinding.
Henk Verveer.28 sept. 2002.
Bijlage: Voorbeeld
opzetvereffening dd. 7 sept. |
Verhandeling
"Bouwfraude"
nr. I april
2002.{herz. 1} Hierbij een aantal aandachtsgebieden welke noodzakelijk zijn voor een correcte voorstelling van zaken uit een deskundig en integer perspectief. 1 Gunnings- en selectiecriteria: Deze bestaan conform UAR '86 /UAR-EG '91 uit: --- maatschappelijke eisen bv. inschrijving handelsregister, vestigingsvergunning ed. --- technische eisen bv bezit eigen materieel ed. --- organisatorische eisen bv. organisatieschema, kwaliteitszorg- en veiligheidssysteem ed. --- financieel / economische eisen bv. omzetcijfers, vergelijkbare werken, bankgarantie ed. Het is afhankelijk van het soort werk en de aanbesteder welke criteria in het bestek worden op- genomen. De Rijksoverheid hanteert een richtlijn welke soort werken geschikt zijn voor welke vormen van aanbesteding. Lagere overheden zijn hierin min of meer vrij, doch door het 'wie kent wie' en onvoldoende exper- tise om een deugdelijk bestek te schrijven is de onderhandse aanbesteding favoriet. De keuze welke aanbesteding wordt gehouden is duidelijk een politieke verantwoordelijkheid, doch wordt m.b.v. richtlijnen naar de ambtenarij toe gedelegeerd. 2 Raming: Deze wordt gemaakt door een kostendeskundige van de aanbesteder of directievoerder en vermeld het geldbedrag incl. btw. De praktijk is dat juist deze ramingen vaak te hoog zijn, dit is de belangrijkste reden van de opzetpraktijken in de bouw. De belangrijkste redenen voor deze te hoge ramingen zijn: * de aanwezigheid van onvoldoende expertise bij de betreffende kostendeskundige. * het vaak ontbreken van de corrigerende werking van de organisatie. * de problemen welke ontstaan bij een lage raming zijn vele malen groter dan bij een hoge raming.[uit een volle portemonnee betaalt het gemakkelijker] * de soms geuite 'adviezen' van aannemerszijde aan de kostendeskundige hebben tevens een prijsopdrijvend effect [veelvuldig bij lagere overheden aan de orde] Vroeger werden ramingen zelfs openbaar gemaakt nu is de praktijk zo dat de geïnteresseerde aannemers bekend zijn door de bestaande netwerken en / of naïef en corrupt gedrag van ambtenaren en politici. 3Markwerking: De aanwezigheid van zeer vele aannemers op deze markt is geen enkele garantie dat er geen onderlinge prijsafspraken zouden worden gemaakt. Wanneer de overheid dan ook niet of onvoldoende corrigerend optreedt , gaat de ondernemer voor winst. Zowel de grote als de kleine ondernemingen doen derhalve mee. Vaak niet objectieve criteria {Rail-infra is hiervan een goed voorbeeld} ,verregaande specialisatie en de grotere projecten beperken de hoeveelheid gegadigden zeer sterk. Tevens heeft de aanbesteder m.b.v. de gunnings- en selectiecriteria de mogelijkheid het aantal gegadigden te beperken. Ook de combinatievorming, zelfs door de grootste concerns, is een "geoorloofde" manier om het aantal gegadigden te beperken Hoe geringer het aantal gegadigden hoe eenvoudiger eea. "geregeld" kan worden. De principiële vraag dient zich op hoe dit zolang kan standhouden? --- de marges tonen niet extreem: de grotere 3-5% van de omzet na v.p.b. De kleinere vaak boven de 10% van de omzet na v.p.b.[ niet publicatieplichtig] --- er bijna altijd meer dan 1 gegadigde is waardoor de indruk gewekt wordt dat er sprake is van gezonde concurrentie. --- strafrechtelijk wordt er nagenoeg niets gedaan, waarbij ook de signalen van sommige kritische opdrachtgevers - en ambtenaren werden genegeerd. --- het streven naar vooral technische en juridische perfectie heeft de aandacht voor het financiële geheel verdrongen. --- de werking van het alom geprezen Poldermodel is zover doorgeschoten dat duidelijke stellingname ontbreekt, scheiding van structuren en instanties is afwezig wat mede de onwetende burger gewoon tot in lengte van jaren kan doorgaan, mede het feit dat er blijkbaar voldoende gelden blijven vrijgemaakt worden. 4Gezondmaking van de bouwmarkt: Indien wij de mogelijkheid zouden hebben de onwetende burger dit mede te delen zal de overheidopenheid moeten geven. Deze gezondmaking zal uit 2 facetten dienen te bestaan: 1} het fors aanpakken van de overtreders op de wet mededinging. 2} het structureel onmogelijk maken van genoemde praktijken. Ik vrees dat wij niet verder zullen komen als facet 1 gezien de grote financiele belangen en het feit dat niemand gebaat lijkt bij een scherpe raming. 5Nederlandse mededinging in Europees en historisch perspectief: In het verleden was het Nederlandse mededingingsbeleid veel minder streng dan dat van de E.U. Nederland werd in dat verband wel als kartelparadijs aangeduid. Dit heeft half jaren '90 geleid tot een enorme boete van de E.U. voor de prijsregelende organisaties in de bouwwereld. Deze prijsregelingen hadden toen de volledige goedkeuring van de overheid. Noodgedwongen is het Nederlandse mededingingsbeleid nadien derhalve aangepast naar het Europese, wat in 1998 is afgerond met de inwerkingtreding van de nieuwe Mededingingswet. Er is dus historisch en praktisch gezien nog weinig veranderd ondanks scherpere wetgeving en het blijkt dat een ondeskundige en corrupte overheid niet bereid is de hand in eigen boezem te steken en handelingsbekwaam op te treden. 6 Geld speelt een sterk "ondergeschikte" rol: Dit geldt helaas in een situatie als deze waarin schijnbaar niemand gebaat is bij een scherpe raming , zeker de betrokkenen niet. Zoals reeds eerder vermeldt wordt bij de projecten bijzonder veel aandacht geschonken aan technische,- kwaliteits,- en juridische eisen doch geld is van veel minder belang. Juist deze feiten en de omstandigheid dat de Rijksoverheid de voorbeeldfunctie inneemt maakt deze tot de grootste schuldige waarbij de private sector weliswaar niet vrijuit gaat doch het is nog altijd zo dat 'de gelegenheid de dief maakt' . Terwijl deze gelegenheid geheel door deze overheid zelf is gecreëerd en gedoogd. Het is de vraag waard hoe het komt dat met voldoende aannemers de wet van vraag en aanbod toch zo wordt gefrustreerd en op zo een structurele manier, het enige goede antwoord is dat het de overheid betreft welke betaald. 7 Rol vd. overheid in de uitvoeringsfase van het project: Reeds vele jaren heeft de opdrachtgever m.b.v. wet en regelgeving de mogelijkheid om gebaseerd op nacalculatiegegevens de werkelijke kosten per project te bezien t.o.v. de bestede kosten. Dit kan op 2 manieren : * De plaatselijke directie v.h. project ontvangt dagelijks opgaven van de aannemer m.b.t. hun inzet van mensen , materieel enz. welke zij zelf controleert en zelfs per bestekspost in geld kan uitdrukken. * Belastinginspecteurs bezoeken regelmatig de bedrijven voor hun reguliere controles van o.a. de jaarstukken en hebben dan per project inzicht in de kosten/ omzet. De praktijk leert dat beide mogelijkheden niet of onvoldoende worden benut, blijkbaar vindt de overheid dit onnodig , minstens wordt de indruk gewekt dat de overheid dit niet wil weten. Personele problemen kunnen hiervoor zeker niet worden aangevoerd. 8 Meer aandachtsgebieden dan alleen maar de 'bouwfraude': Ondanks het feit van een overheid met een bijzonder groot ambtelijk apparaat, ontbreekt het aan enige structurele aanpak: ---- monopolisering van de markt van bodemproducenten en toeleveranciers zoals b.v. betonmortelcentrales, betonartikelen en steenproducenten. ---- ontwrichting van de markt door vorming van grote combinaties en onredelijke criteria. ---- uitruilen van projecten of gedeelten daarvan. ---- beïnvloeding van de wijze van aanbesteding. ---- het te hoog ramen van het project { de zg. Bouwfraude} Dit zijn enige belangrijke gebieden waar zonder veel juridische complicaties uit ondernemersoogpunt naar een eenvoudige winstmaximalisatie te streven is, hierbij werken brancheorganisaties en lobbyisten eendrachtig samen. Met het bestaande "polderen" zal hierin niet snel een verandering optreden. 9 Harde conclusie: Wij dienen te constateren dat de 'bouwfraude' het ultieme voorbeeld is van het verval van normen en waarden en de incompetentie van ons ambtenarenkorps en politiek systeem zich afspeelt in een markt waar bijna alleen overheidsgeld omgaat nl. de Grond- Weg- en Waterbouw. Deze fraude speelt al 10 tallen jaren, doch ondanks aangescherpte wet- en regelgeving neemt hij steeds meer toe en draagt een sterk structureel karakter. Uit de voorgaande feiten is de belangrijkste conclusie te trekken dat: " de overheid zelf debet is aan het disfunctioneren van de bouwmarkt" Dit feit zullen aannemers gebruiken om onder hun straf uit te komen mede gezien recente juridische uitspraken. 10 Oplossingen: * Niet structurele: De Parlementaire Enquête Mede de historie van de laatste enquêtes en de grote verwevenheid met de politiek en ambtenarencorps zal de onderste steen niet bovenkomen en zal regelmatig bij betrokkenen de geheugenfunctie te wensen overlaten opdat slechts enige lagere 'lieden' worden veroordeeld en men gewoon weer op de bestaande voet kan verder gaan. Tevens frustreren vaak partijpolitieke belangen een onafhankelijk oordeel welke nog versterkt wordt door de grote financiële . De private sector behoeft zich in zijn geheel geen zorgen te maken omdat voldoende tijd beschikbaar is geweest om aantoonbare kruisverbanden te corrigeren en andere facturen in de financiële boekhouding op te nemen zodat ondanks de harde lijst 'KOOP' geen of nagenoeg geen enkel juridisch hard bewijs aanwezig zal blijken te zijn. Hierbij komt nog dat het altijd een momentopname is en het ,zoals reeds verwoord, ernstig te betwijfelen valt of de bereidheid echt aanwezig is om structurele veranderingen door te voeren. De belangen van overheid en private sector lijken namelijk dezelfde te zijn, de 1e voor gezichtsverlies en de 2e door financiële kaders. Een resultaat wat neigt naar belangenverstrengelingen, structurele incompetentie van politici en ambtenaren en grootscheepse geldverkwisting, hierop zit DEN HAAG niet bepaald te wachten. * Structurele: Door de geschetste feitelijke situatie dat alle betrokkenen gebaat zijn bij de gang van zaken is een oplossing moeizaam, wat mede wordt veroorzaakt door 'de ons kent ons ' mentaliteit en de financiële verlokkingen. Werkelijke oplossingen zijn te bereiken door: ** aanpassing wetgeving en tevens gebruikmaking van bestaande wet en regelgeving wat nu niet/ onvoldoende geschiedt. ** organisatorische aanpassingen bij de regentencultuur en een grotere deskundigheid en vooral integriteit van de ambtenarij en politiek verantwoordelijken. ** het politiek afrekenen van de regenten welke structureel, willens en wetens, € 100 en miljoenen/ jaar gemeenschapsgeld verkwisten . ** het straffen van en ontnemen van het geldelijk voordeel aan aannemers conform wet- en regelgeving. ** het straffen van corrupte ambtenaren en ook politici. De meest vernieuwende oplossing ligt wel in de mentaliteitsverbetering en het afstand nemen van de "luide roep" : "het gaat toch maar van de grote hoop" V.H. |
Verhandeling "Bouwfraude"nr. II
mei 2002 {herz. 1}
1 Gang van zaken : Opzetpraktijken spelen in deze branche al decennia lang en passen volledig bij de cultuur van 'ons kent ons' en een niet corrigerende overheid.{ Een verkeerd werkend poldermodel} Hierdoor kon het gebeuren dat zelfs na de Alg. Maatregel van Bestuur uit 1992, waarbij door de E.U. alle , dus ook de toen legitieme 'opzetpraktijken werden verboden , deze praktijken na enige aarzeling gewoon werden voortgezet. De redenen hiervoor zijn: * genoeg werk in de branche. {bomen groeien nog steeds tot in de hemel} * oude netwerken waren nog volledig intact. * E.C.D. en later de N.M.A. maakten het de branche, niet bepaald moeilijk. Brieven door nog wel kritische opdrachtgevers aan de N.M.A. vinden bijna nooit gehoor waarbij Justitie en E.Z. geen adequate actie ondernemen om voorbeelden te stellen. De enige die het gelag betaald is op termijn 'slechts' de onwetende burger en de regentencultuur wordt hierop nooit afgerekend. 2 Globale kwantificatie: Deze is zeer sterk afhankelijk van een aantal factoren bv.: -- Verschil tussen raming en kostprijs welke zeer uiteen kan lopen. -- De wijze van aanbesteding. -- Hoeveelheid werk in de branche. -- Aanwezigheid van dissidente aannemers. Tevens dienen wij ons te realiseren dat het speelt over de gehele linie dus niet alleen bij Rijkswaterstaat doch ook bij alle lagere overheden, waterschappen en zelfs particuliere opdrachtgevers. Wanneer ik een grove raming zou maken kom ik structureel uit bij 5-30% verschil: Stel € 20 miljard/ jaar } ' gem. 8% } ca € 1,5 miljard/ jaarstructureel Bij onderzoek zal slechts een fractie hiervan kunnen worden bewezen. 3 Zichtbaar maken van deze geldstromen: De opzetbedragen worden einde werk of periodiek d.m.v. een ondoorzichtig en slim sy- steem onderling gefactureerd/ verrekend en komt uiteindelijk in het bedrijfsresultaat tot uitdruk- king waarna dit derhalve zeer juridisch moeilijk aantoonbaar is.{ Slapende overheid} Indien wij bovengenoemd bedrag verminderen met de V.P.B. resteert ca. € 1 miljard/jaar , wat ligt in de orde van het volledige brancheresultaat. Het wordt derhalve praktisch aangewend voor b.v. faalkosten, mismanagement en andere bedrijfsrisico's. Indien deze opzetpraktijken tot het verleden zouden behoren zullen de kostprijzen op termijn echter wel wat omhoog gaan. De extra maatschappelijke kosten bedragen naar mijn mening minimaal ca. € 500 miljoen/jaar structureel t.g.v. mismanagement van het regentenbestuur. De aannemerij zal het verschijnsel altijd trachten te ontkennen of te bagatelliseren. 4 Niet alleen signaleren doch structureel oplossen: Gezien de financiële belangen en het feit dat nagenoeg alle betrokkenen hieraan ,direct of indirect meewerken , ook de politieke van hoog tot laag, kan dit structureel alleen worden aangepakt door een organisatie die 'schone handen' heeft of een sterke persoonlijkheid. Het goed informeren van de onwetende burger is binnen onze democratie noodzakelijk. Betrokkenen, belangenorganisaties,lobbyisten en zelfs onze media frustreren een correcte beeldvorming omdat zij gebaat zijn bij voortzetting. 5 De parlementaire enquête een aanzetje: De politiek kan gegeven de omstandigheden weinig anders doch met de ervaring van de laatste enquêtes en de geschetste grote ook historische verwevenheid met politiek en ambtenaren zal de onderste steen nooit bovenkomen en zullen slechts lagere lieden worden 'geofferd'. Hierbij komt nog dat dit altijd een momentopname is en het valt ernstig te betwijfelen of de bereidheid om structurele veranderingen in te voeren echt aanwezig is. Deze branche is nl. historisch dusdanig gebaseerd op de 'ons kent ons mentaliteit' dat slechts aangescherpte wetgeving en strakke organisatorische wijzigingen bij opdrachtgevers hier- aan een eind kunnen maken. Tevens bleek recent nog eens de invloed van de partijpolitiek op de uitslagen bij reeds gehouden enquêtes. 6 Verantwoordelijken: Primair de betreffende politieke betrokkenen welke bewust te hoge ramingen en later projectkosten accepteerden. De ambtenaren welke de ramingen bewust of onbewust te hoog maken wat tevens veel zegt over kostendeskundigheid van de gehele organisatie. Dit wordt nog versterkt door het feit dat niemand gebaat is bij een scherpe[lage] raming ook niet bij de opdrachtgever. De versnippering van O.M. en N.M.A. welke nog steeds onder E.Z. hangt waarbij afstemming en effectuering van de betreffende wetgeving en bovenal controle niet bepaald prioriteit heeft. De aannemerij welke hiervan gebruikmaakt om de rendementen te verbeteren in haar oude patronen vervalt doch gelegenheid maakt ook hier de dief. De overheid is de grootste schuldige van deze 'BOUWFRAUDE' doch of dit ook de conclusie van de enquêtecommissie zal zijn betwijfel ik ten zeerste. 7 Werken met overheidsgeld: { makkelijk verdient} Het staat niet los van het totaalbeeld dat de effectiviteit van onze overheid door bureacratie, mentaliteit, organisatie en gebrek aan innovatie reeds jaar en dag zeer laag is. In de collectieve sector meent men dankzij steeds meer geld uit de alg. middelen de boel draaiende te moeten houden. Deze mentaliteit van het gaat toch van de grote hoop heeft te lang geduurd, het wordt tijd omzorgvuldiger met gemeenschapsgeld om te gaan. Indien wij dit durven doortrekken naar de BOUWSECTOR is deze dan ook gemakkelijk te verklaren. Door het feit dat de burger niet objectief vertelt wordt hoe het werkt, heeft politiek en overheid gebruik gemaakt van haarmacht om met voornoemde foute mentaliteit op een verkwistende manier met het geld van de burger te strooien. Indien de maatschappij , rekening gehouden met alle feiten, dit zo wil laten moeten wij vooral niets doen en doorgaan met het bekende potverteren. Het is betreurenswaardig hoeveel mensen en bedrijven gebaat zijn met deze gang van zaken, waarbij enig commercieel denken ontbreekt. Mijn stelling luidt dan ook : " Overheid pas beter op je eigen tent en ga minder verkwistend om met gemeenschapsgeld" V.H. |
Verhandeling "Bouwfraude" nr. III juni 2oo2 {herz. 1} In mijn vorige 2 verhandelingen heb ik de navolgende aandachtsgebieden toegelicht: - de gunnings- en selectiecriteria. - raming. - de marktwerking. - de gezondmaking van de bouwmarkt. - Nederlandse mededinging in Europees en historisch perspectief. - geld speelt een ondergeschikte rol. - rol van de overheid in de uitvoeringsfase van het project. - meer aandachtsgebieden dan alleen maar de bouwfraude. - oplossingen. - gang van zaken. - kwantificatie in geld en hoe wordt dit zichtbaar gemaakt. - 1e aanzet de parlementaire enquete. - wie is verantwoordelijk. - werken met overheidsgeld .{makkelijk verdient} Indien wij voornoemde feiten en omstandigheden kritisch bezien ontstaat een beeld wat ons niet vrolijk maakt. Het toont ons eenoverheid welke erg royaal met gemeenschapsgeld omgaat en eenbranche welke hiervan misbruik maakt. De financiele belangen zijnzeer groot en de achtergrond, ook in historisch perspectief gezien, van de gang van zaken vormt het feit datniemand gebaat lijkt bij veranderingen van het bestaande systeem wat zichzelf sterk corrumpteerd. Alle betrokkenen zijn om uiteenlopende redenen gebaat bij het bestaande systeem, dit vormt de belangrijkste reden waarom eea zolang kan standhouden. Zelfs Rijkswaterstaat welke beschikt over een groot ambtelijk apparaat en in de sector een voorbeeldfunktie vervult is 'gebaat' bij een hoge raming. De ramingen bij staten van meerwerk laten een winstmarge zien van 30-40% {dus in 1-1 verkeer.} Bij lagere overheden bv. Gemeenten, Provincies en Waterschappen ligt de expertise tav de ramingen nog lager als bij R.W.S. en werkt men nog liever met onderhandse bestekken zodat e.a. nog wordt vergemakkelijkt. De winstmarges zijn hier dan ook vaak nog hoger!! De overheid zowel justitie als verkeer &waterstaat hebben zich, na journalistieke gedeeltelijke openbaarmaking,genoodzaakt gezien, mede het politieke klimaat, de enquete hiervoor in het leven te roepen.{ derhalve blijkbaar weinig benieuwd naar de achtergronden.} Door vergaande bedrijfsconcentraties zoals in de baggersector , met slechts enkele aannemers, is helemaal sprake van"gouden tijden" mede de structureel hoge ramingen. De gepresenteerde cijfers van Dhr. Bos zullen 'koste wat kost' door alle betrokkenen worden afgedaan als incidenten. Dit isvolstrekt onjuist het draagteen struktureel karakter geborgd door een verkeerd systeem. De overheid is al reeds lange tijd bekend met diverse soorten "malversaties" waarbij een klein gedeelte via de rechter wordt afgewikkeld. Eind jaren '60 was er bv. de "Maassluise affaire", daarna zijn er nog velen gevolgt. In mijn vorige 2 verhandelingen heb ik als zeer belangrijke conclusie getrokken dat: " de overheid zelf debet is aan het disfunctioneren van de bouwmarkt waarvan het aspekt 'bouwfraude' slechts een onderdeel vormt" dit feit volgt uit het gekozen systeem en pleit de aannemerij juridisch "nagenoeg" vrij. Door meer werk en clustering en vergroting van projekten zijn de laatste jaren de 'opzetpraktijken' nog sterker toegenomen. De overheid werkt hier direkt aan mede door de hoeveelheid gegadigden te beperken mbv. haar criteria. Indien wet- en regelgeving niet werken, dient ook mede het feit dat dit reeds tientallen jaren dit zo gaat, het zelfreinigende vermogen van de branche als zeer laag te worden aangemerkt. De overheid doet zeer weinig met de informaticatechnologie {wel in haar bezit}, in tegenstelling met de aannemers, daardat ze niet gebaat zijn metnacalculatiecijfers per onderdeel/ project zodat ze derhalvefinancieel ondeskundig blijven!!!! Ik pleit dan ook om struktureel hieraan een eind te maken door: - het zorgdragen voor eengoede integere organisatie bij de overheid waarbij eenreële raming het doel is. - controle achteraf op grond van nacalculatiecijfers, waarbij in het bestek de max. marge wordt vastgesteld. - verbetering van juridisch kader ivm. de handhaving, ook met inzet van de belastinginspectie, daar dit heden volstrekt onvoldoende is. Dit zal dan resulteren in een sector waar de winst weer gegenereerd wordt door economische kaders ipv. door veelvuldige manipulatie en omkoping. Ik ben van mening,dat gezien de ernst van het probleem, het maatschappelijk draagvlak dusdanig breed is dat de burger deze ongewenste praktijken beindigd wenst te zien ondanks de veel gehoorde stelling nl.: "het gaat toch van de grote hoop" en waarom zouden wij daaraan iets willen veranderen. Ik vraag mij af wie in staat is en de maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft om voornoemde praktijken te signaleren en te beindigen en daarmee terug te keren tot de normale normen en waarden. Deze persoon wil ik desgewenst voorzien van additionele gegevens. V.H. |
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Internet site:
bouwfraude-henk-verveer.htm
Westkade 227, 1273 RJ Huizen (NH)
Tel.: 06-17125374