Ik stel vervolgens de vraag: "Waarheen met dat overschot aan besparingen?", en weet op die vraag eigenlijk maar één antwoord: dat overschot zal de vorm van schuldvorderingen moeten aannemen - om zo meer aankoop van producten mogelijk te maken. Nu kunnen noch particulieren, noch ondernemingen zich onbeperkt in de schuld steken. Er is maar één instantie die dat wel kan - en dat in bepaalde omstandigheden ook móét doen: de staat. Onttrekt de staat zich aan deze plicht, dan zal, volgens Keynes, het gevolg zijn, dat het inkomen zover verminderd moet worden, dat niet méér gespaard wordt, dan "geïnvesteerd", d.i. besteed voor de aankoop van gebruiks- en investeringsgoederen. Zou Bolkestein z'n zin krijgen, dan staat ons dat te wachten.
Ik heb ook betoogd dat in een situatie waarin méér dan het totale inkomen uit vermogen gespaard wordt en de staatsschuld toeneemt, het in feite de renteontvangers zijn, die deze rente betalen met de aankoop van nieuwe schuldvorderingen, die door de collectiviteit der "schuldeisers", naar verwacht mag worden, nooit zullen worden opgeëist. In ieder geval is het mogelijk - via obligaties met samengestelde interest - de jaarlijkse betaling van aflossing en rente op staatsleningen zo te beperken, dat er geen budgettaire moeilijkheden van komen. Bovendien, zolang de staatsschuld niet afneemt, komt tenminste dit hele bedrag, betaald aan aflossing en rente, via nieuwe leningen weer bij de staat terug.
Ik heb de heer B. uitgedaagd mijn ongelijk aan te tonen, d.w.z. aan te tonen dat er òf geen overschot aan besparingen is, òf dat er een stukje los is aan mijn logica. Welnu, dat heeft de heer B. niet eens geprobeerd. Hij heeft mijn epistel ter behandeling aan de heer de Korte gegeven, die mij weliswaar een uiteenzetting heeft gestuurd van het VVD-standpunt, maar geen weerlegging van mijn argumentatie.
Bij deze daag ik iedereen uit aan te tonen dat ik ongelijk heb. Desgewenst stuur ik u een kopie van mijn artikel.
Dr. W.P. Roelofs, Soest, 1995.08.23. Vosseveldlaan 16, 3768 GM Soest, 035-6015473. Aan de Redactie van De Gooi- en Eemlander. Hilversum.Mijnheer de Redacteur,
Hierbij stuur ik u, op ommezijde, een lezersbijdrage, die ik graag geplaatst zag in De Gooi- en Eemlander. Ik heb er "Bolkestein" boven gezet, eigenlijk alleen maar omdat het korter is dan "Staatsschuld verminderen?". Want eigenlijk gaat het om deze vraag, en niet om Bolkestein.
Of er enig land zich zal kwalificeren voor de monetaire eenwording van Europa, volgens arbitraire en uiterst dubieuze criteria, waag ik te betwijfelen en laat me eigenlijk ook siberisch. Misschien is het wel de enige zonnige kant aan de "arbitraire en dubieuze criteria" - zolang men er aan vasthoudt, tenminste -: dat ze die eenwording op basis van een systeem dat niet deugt, verhinderen.
Met dank voor de plaatsruimte,