Index
Filmprogramma Juni
Mailinglist
Praktische Informatie
Projecten
Links
English
Programma's
Centraal Station
Cinema De Balie
Het dagboek van ...
Economendag
Economenpanel
EMU debat
Mind Your Own Business
Permanent Flux
Smokkelaars
Een Staat van Zorg
Uitgeverij
|
|
Open brief van Europese economen aan de regeringsleiders van de 15 lidstaten van de Europese Unie
Europa, 12 juni 1997
Op 16 en 17 juni bent u in Amsterdam om de Europese integratie te bespreken. U zult met elkaar overleggen over de voortgang van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Veel vragen zijn nog onbeantwoord. Gaat de EMU volgens plan aan het eind van deze eeuw van start? Welke landen nemen vanaf het begin deel aan de euro? Worden alle criteria van het Verdrag van Maastricht nageleefd? Dat zijn belangrijke kwesties, maar ze gaan voorbij aan de wezenlijke problemen van Europa.
U weet dat Europa momenteel kampt met een grote werkloosheid, armoede, sociale uitsluiting en ecologische degeneratie. De huidige vormgeving van de economie van Europa biedt onvoldoende perspectief om deze problemen het hoofd te bieden. Het nationale beleid van lidstaten blijkt ontoereikend. De grote vraag is of de huidige plannen voor Europese integratie, in het bijzonder de EMU, de oplossing naderbij brengen.
Uw economische adviseurs hebben u verteld dat de EMU, zoals neergelegd in het verdrag van Maastricht (december 1991) en nader geregeld in het Stabiliteitspact (december 1996), meer werk en welvaart in Europa brengt. Wij, economen uit de EU-lidstaten, vrezen het tegendeel. Het nu in uitvoering zijnde project voor economische en monetaire integratie schiet in sociaal, ecologisch en democratisch opzicht te kort en is ook economisch gezien niet, verstandig.
Dat is een gemiste kans. Eén Europese munt kan grote voordelen hebben en zou kunnen helpen de weg te vinden naar volledige werkgelegenheid met volwaardige banen en sociale zekerheid. Deze en andere belangrijke doelen zouden bereikt kunnen worden met een gezamenlijke budgettaire en fiscale politiek ten gunste van duurzame economische groei en door de harmonisering van lonen, werktijden en arbeidsomstandigheden naar hogere niveaus. Deze EMU vormt echter niet het startpunt voor een moderne Europese welvaartsstaat, maar institutionaliseert daarentegen de ontmanteling van de publieke sector in de lidstaten en reduceert de ruimte voor actief sociaal en fiscaal beleid. De volgende zes punten geven beknopt de onderbouwing van onze verontrusting.
ZES PUNTEN VAN KRITIEK
1. Volgens het Verdrag van Maastricht moeten de lidstaten voldoen aan vijf convergentiecriteria om deel te mogen nemen aan de euro. Naast eisen op het gebied van langetermijnrente, wisselkoersstabiliteit, inflatie en nationale schuld geldt als norm dat het financieringstekort van de overheid niet hoger mag zijn dan 3 procent van het Bruto Binnenlands product (BBP). Vrijwel geen der lidstaten voldoet hier thans aan. Ongeacht de economische omstandigheden staan zij onder grote druk het EMU-examen te halen: velen onder u hebben momenteel ervaring met het opstellen van de draconische bezuinigingsprogramma's die daarvoor nodig zijn.
Het merkwaardige is dat deze norm, die zoveel sociale schade berokkent, geen enkele economische fundering kent. Dat vinden niet alleen economen zoals wij. Eén van uw gastheren in Amsterdam, de Nederlandse minister van Financiën Zalm, sprak in maart 1992, toen nog als directeur van het Nederlandse Centraal Planbureau: "De normen voor de overheidsfinanciën uit het EMU-verdrag ontberen een deugdelijke economische onderbouwing."
De redenering achter deze convergentiecriteria sluit aan bij monetaristische leerstellingen, die door de meerderheid der economen niet worden gedeeld. Volgens deze leer leidt terugdringing van het overheidstekort tot lagere inflatie, en lagere inflatie automatisch tot meer groei en werkgelegenheid. Recent economisch onderzoek van gerenommeerde economen als Akerlof, Dickens en Perry (1996), Barro (1995), Bruno (1995), Sarel (1996) en Stanners (1995) toont aan dat deze stelling niet empirisch te onderbouwen is.
2. U bent er niet als u in 1998 met uiterste inspanning het financieringstekort tot onder de 3 procent heeft gebracht. Als de staatsschuld boven de 60 procent van het BBP ligt en niet de vereiste snelle daling doormaakt, zult u alweer het volgende bezuinigingsprogramma moeten implementeren. Zeker als de economische groei achterblijft, wat niet ondenkbaar is vanwege de lopende bezuinigingsrondes.
Deze budgettaire druk blijft om nog een reden onverminderd hoog. Het door u in Dublin overeengekomen Stabiliteitspact vergt van de deelnemende EMU-landen dat zij het financieringstekort nog verder terugdringen, in de richting van begrotingsevenwicht. Alle lidstaten moeten, kortom, de komende jaren simultaan hun nationale begrotingen verder aanpassen. Lopende en komende recessies worden hierdoor verdiept.
3. Wellicht verkeerde u in Dublin in de veronderstelling, dat het Stabiliteitspact ruimte laat om anticyclisch beleid te voeren. Maar het zal nog vele jaren duren voordat u de benodigde budgettaire ruime heeft gecreëerd: daarvoor moet het financieringstekort immers eerst nog tot ver onder de 3 procent teruggebracht worden. Overschrijding van de 3%-grens bij economische recessies is nauwelijks mogelijk. De ruimte die het Stabiliteitspact laat voor tijdelijke overschrijding is namelijk extreem beperkt.
4. Hoewel dit vaak wordt ontkend kunnen de voornoemde begrotingsaanpassingen hoofdzakelijk via harde bezuinigingsprogramma's gerealiseerd worden. Immers, 'Maastricht' en 'Dublin' regelen niets over fiscale beleidsconcurrentie, hetgeen ten koste gaat van de belastinggrondslag en -opbrengst. Daardoor is het vrijwel uitgesloten dat lidstaten hun begrotingen aanpassen via extra belastinginkomsten.
Onze vrees is dat deze beleidsconcurrentie ook op andere terreinen sterk gaat toenemen. De fiscale gevechten tussen lidstaten worden steeds heviger en de consequenties hiervan zijn nu al merkbaar in de vorm van steeds grotere inkomensverschillen, afgedwongen privatiseringen en sociale kaalslag. Wij voorzien bovendien in de komende jaren toenemende beleidsconcurrentie op het gebied van ecologisch schadelijke infrastructurele projecten (honderden miljoenen euro's zullen bijvoorbeeld besteed worden om nieuwe vliegvelden aan te leggen of bestaande uit te breiden). Door beleidsconcurrentie op tal van terreinen worden de inkomsten van de staten ondermijnd en wordt herschikking van uitgaven afgedwongen.
5. Het te verwachten beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) verergert de deflatoire druk die uitgaat van de bezuinigingscarroussel. De ECB is immers verplicht te koersen op prijsstabiliteit en zal uitsluitend waken over de hardheid van de euro. De bekende Amerikaanse econoom Krugman toonde zich eerder al bevreesd voor de negatieve gevolgen die dat zal hebben op de werkgelegenheid.
Als 'enig' Europees sociaal-economisch beleidsorgaan van formaat zal de ECB nauwelijks tegenspel van betekenis ontmoeten; de 'Stabiliteitsraad' lijkt toch vooral een symbolisch bestaan tegemoet te gaan. Parlementen en regeringen ontvalt straks de mogelijkheid om corrigerend op te treden als de ECB op het terrein van de inflatiebestrijding te hard van stapel loopt, want zij opereert geheel autonoom. Zoals George Soros onlangs opmerkte is de economie te belangrijk om aan centrale bankiers over te laten!
6. Tot slot verliezen de landen die straks aan de gemeenschappelijke munt gaan meedoen belangrijke instrumenten voor macro-economisch beleid. Binnen de Unie geldt dat uiteraard voor de wisselkoersaanpassingen, die immers verdwijnen bij de komst van de euro.
En omdat straks de rente overal ongeveer gelijk zal zijn, de grensoverschrijdende mobiliteit van arbeidskrachten (nog) gering is en in financiële transfers niet is voorzien, zullen de EMU-landen straks nog maar over één instrument beschikken om economische schokken op te vangen: de overheidsbestedingen. Maar zoals we hebben gezien is zelfs dat instrument door het Stabiliteitspact geblokkeerd. Dit betekent dat de factor arbeid de rekening van economische recessies gepresenteerd zal krijgen, in de vorm van oplopende werkloosheid, loondaling en verdergaande flexibilisering.
CONCLUSIE
Deze EMU is, kortom, geen goed ontwerp voor de verdergaande economische integratie van Europa. U verkeerde wellicht in de veronderstelling dat economen het eens zijn over deze EMU en dat al die aanpassingen misschien sociaal en politiek erg vervelend, maar economisch toch echt noodzakelijk zijn. Dat is niet het geval. Een solide, wetenschappelijk verantwoorde onderbouwing van de EMU ontbreekt en velen van ons hebben dat eerder in vaktijdschriften en elders laten weten.
Wij roepen u derhalve op dit EMU-project te heroverwegen. Niet om de Europese samenwerking te stoppen, integendeel. Een gemeenschappelijke munt en monetair beleid zouden grote voordelen kunnen hebben. Maar deze EMU wordt overheerst door tijdloze criteria en dogma's. Wijs economisch beleid laat zich niet vervangen door rigide regels, maar wordt in essentie door de omstandigheden bepaald. Dat is tevens een kwestie van democratie: het EMU-bouwwerk ontslaat u en uw collega's ten onrechte van de dure democratische plicht uw politieke keuzen te verantwoorden. Onder de huidige omstandigheden biedt deze EMU geen enkel uitzicht op een adequate aanpak van de milieuproblemen, op verbetering van het lot van Europa's 20 miljoen werklozen en 50 miljoen armen, of voor de verdediging en uitbreiding van de welvaartsstaat.
Ons is als critici van de EMU verweten dat wij de Europese samenwerking op het spel zetten; we zouden beter onze mond kunnen houden. Wij zijn er evenwel van overtuigd dat het grootste gevaar voor Europa schuilt in het ontwerp van deze EMU, dat er nu al toe heeft geleid dat miljoenen Europeanen de euro en Europa identificeren met afbraakbeleid en sociale ellende. Het is de hoogste tijd dat politici dat inzien: de bevolking van Europa heeft recht op een economie die ten dienste staat van de mens.
Deze open brief kwam in het kader van het Nederlands voorzitterschap van de EU tot stand op initiatief van de Nederlandse economen Geert Reuten, Kees Vendrik en Robert Went en wordt ondersteund door 331 Europese economen. De brief wordt deze week in verschillende kranten in de meeste landen van de EU gepubliceerd.
België (8)
Prof. N. Bardos-Feltoronyi (Louvain-la-neuve), Dr. Philippe Defeyt (Namur), Prof. Paul Lowenthal (Louvain-la-neuve), Mr. Gabriel Maissin (Bruxelles), Prof. Danièle Meulders (Bruxelles), Prof. Jacques Nagels (Bruxelles), Prof. Ricardo Petrella (Louvain-la-neuve), Prof. PhD. Philippe DeVille (Louvain-la-neuve)
Denemarken (15)
Prof. dr. Hans Aage (Roskilde), Prof. Helge Brink (Aalborg), Ass. prof. Charlotte Bruun (Aalborg), Nis Graulund Hansen (Copenhagen), Ass. prof. Carsten Heyn-Johnsen (Aalborg), Søren Harck (Aarhus), Prof. Thorlund Jepsen (Aarhus), Prof. Jesper Jespersen, PhD (Roskilde), Prof. Katarina Juselius (Copenhagen), Prof. Søren Kjeldsen-Kragh (Copenhagen), Cand. prof. Kai Lemberg (Roskilde), Michael Rosholm, PhD (Aarhus), Peter Skott, PhD (Aarhus), Jacob Torfing, PhD (Roskilde), Ass. prof. Stefano Zambelli (Aalborg)
Duitsland (15)
Prof. Elmar Altvater (Berlin), Dorothee Bohle, PhD. (Berlin), Dr. Hermann Bömer (Dortmund), Michael Brun, PhD. (Berlin), Prof. Karl Heinz Domdey (Berlin), Hartmunt Elsenhans (Leipzig), Dr. Barbara Höll (Leipzig), Prof. Jürg Huffschmid (Bremen), Prof. dr. Christa Luft (Bonn), Prof. dr. Wilhelm Nilling (Hamburg), Dieter Plehwe (Berlin), Prof. dr. Hedwig Rudolph (Berlin), Klaus-Peter Weiner (Hannover), Dr. Winfried Wolf (Bonn), Dr. Frieder-Otto Wolf (Berlin)
Finland (4)
Jan Otto Andersson (Turku/Abo), Dr. Heikki Patomdki (Helsinki), Pekka Sauramo, PhD. (Helsinki), Hilkka Pietil, M.Sc. (Helsinki)
Frankrijk (29)
Laure Bazzoli (Lyon), François Bel, charg. de recherche (Grenoble), Prof. Hugues Bertrand (Paris), Dr. Alain Caillé (Rouen), Vincent Chapelon, MA (Ecully), Dr. Gerard Cornilleau (Paris), Dr. Christophe Demazire (Lille), Dr. Thomas Coutrot (Paris), Prof. Jean Gadrey (Lille), Prof. Joseph Halevi (Grenoble), Dr. Liem Hoang Ngoc (Paris), Dr. Michel Husson (Paris), Dr. Pierre-André Imbert (Paris), Prof. Henri Jacot (Lyon), Guy Joignaux, directeur de recherches (Lille), Prof. Serge Latouche (Paris), Dr. Florence Lefresne (Paris), Dominique Levy, directeur de recherches (Paris), Prof. dr. Alain Parguez (Besancon), Jacques Perrin, directeur de recherches (Lyon), Dr. Christoph Ramaux (Paris), Dr. Pascal Petit (Paris), Dr. Nathalie Rodet (Lyon), Dr. Catherine Samary (Paris), Dr. Henri Sterdyniak (Paris), Dr. Bruno Théret (Paris) Marc Troisvallets, MC (Le Havre), Prof. dr. Bernard Vallageas (Paris), Prof. dr. Jean François Vidal (Paris)
Griekenland (39)
Prof. Dr. George Chatzikonstantinou, (Thrace), Prof. Dr. Michail Chatziprokopiou (Thessaloniki), Prof. Dr. Vassilis Droucopoulos (Athens), Prof. Dr. Dimitris Giannias (Rethymno), Elias Ioakimoglou (Athens), Prof. Dr. Thanasis Kalafatis (Piraeus), Prof. Dr. Stella Karagianni (Thessaloniki.), Prof. Dr. Ilias Karantonis (Thessaloniki), Prof. Dr. Vasilis Kardasis (Rethymno), Prof. Dr. Luca Katseli (Athens), Prof. Dr. Lina Kosteletou (Athens), Prof. Dr. Theodore Lianos (Athens), Prof. Dr. George Liodakis (Khania), Dr. Theodore Margiolis (Athens), Prof. Dr. Leonidas Maroudas (Chios), Prof. Dr. Stavros Mavroudeas (Thessaloniki), Prof. Dr. John Milios (Athens), Prof. Dr. Dimitris Milonakis (Rethymno), Prof. Dr. Themis Minoglou (Athens), Prof. Dr. Antonis Moisides (Athens), Prof. Stavros Mavroudeas, Phd (Thessaloniki), Prof. Dr. Theophanis Pakos (Athens), Prof. dr. A. Panethymitakis (Athens), Prof. Dr. Zisis Papadimitriou (Thessaloniki), Dr. Theodore Pelagidis (Athens), Prof. Dr. Panagiotis Petrakis (Athens), Prof. Dr. Nicos Petralias (Athens), Prof. Dr. Xanti Petrinioti (Athens), Dr. Rerum Politicarum (Thessaloniki), Dr. Athina Romboli (Athens), Prof. Dr. Savas Rombolis (Athens), Prof. Dr. Dimitris Sakkas (Patras), Prof. Dr. Gerasimos Sapountzoglou (Athens), Prof. Dr. George Stamatis (Athens), Prof. Dr. George Stathakis (Rethymno), Prof. Dr. Yannis Tsekouras (Thessaloniki), Prof. Dr. Costas Vergopoulos (Athens), Prof. Dr. Andriana Vlacou (Athens), Prof. Dr. Anastasios Xepapadeas (Rethymno)
Groot-Brittannië (66)
Melinda Acutt, Msc. (Lancaster), Barry Andrew, BA (Portsmouth), Dr. Paul Auerbach (Kinston), M. Baimbridge, Bsc (Bradford), Dr. Ian Baxter (Sheffield), Hugh Mc Bride MSC (Castlebar), Prof. William Brown (Cambridge), B. Burkitt B.A., PhD (Bradford), Prof. Victoria Chick (London), Prof. Michel Chossudovsky, Paul Cockshott, PhD (Glasgow), Paul Coleshill, MSc. (Paisley), Pat Cooper, MA (Portsmouth), Prof. Mike Danson (Paisley), Dr. Graham Dawson (Bedford), Pat Devine, MA, Senior Lecturer (Manchester), Prof. Alexander Dow (Dunblane), Prof. Sheila Dow (Stirling), chael Edwards, MA (London), Alan Freeman (London), Chris Fuller, PhD. (London), Murray Glickman, MA (London), John Grahl, Senior Lecturer (London), Prof. Francis Green, PhD (Leeds), Mary Hallett (Portsmouth), David Harvie (Leeds), Dr. Peter Howells (London), Alan Hutton, MA (Glasgow), Carl Jeding, MSc. (Oxford), Prof. Bob Jessop (Lancaster), Steve Lawford (Cambridge), Barbara MacLennan, MSc. (Manchester), Greg Mahony, M.Ec. (Bristol), Prof. D. Mair (Edinburgh), Peter Merry, BA, MSc (Edinburgh), Dr. Mahmood Messkoub (Leeds), John Mills, MA (London), Corinne Nativel, MA (Birmingham), Alan Neale, MA (London), David Newlands, MA (Aberdeen), Dr. Eric Owen Smith (Loughborough), Dr. Gabriel Palma (Cambridge), Marco Pani, PhD. (Warwick), Eric Pentecost, PhD. (London), Mag. Markus Perkmann (Lancaster), Anna Maria Pinna, PhD. (Warwick), John Powell, PhD. (Cheltenham), Tim Rooth, PhD. (Portsmouth), Dr. Sergio Rossi (London), John Santarossa (AYR), Prof. Malcolm Sawyer (Leeds), Prof. Andrew Sayer (Lancaster), Gary Slater, MA (Leeds), Alister Sutherland, MA (Cambridge), Jim Tomlinson, PhD (London), Dr. Jan Toporowski, PhD, MSc. London), Prof. Andrew Tylecote (Sheffield), Dr. John Wells (Cambridge), Julian Wells MSc (London), Alex Wharton, MA (Manchester), Geoff Whittam (Paisley), P. Whyman, Bsc, PhD. (Bradford), M. Wilkinson, B.A. (Bradford), Dr Michael Williams (Southampton), Michael Yaffey, PhD. (Bradford), Prof. dr. Hans van Zon (Sunderland)
Ierland (6)
Anthony Coughlan, MA (Dublin), Terrence McDonough (Galway), Richard Douthwaite, Bsc. (Westport), David Grafton, MA (Dublin), Dr. David Jacobson (Dublin), Anthony Leddin, PhD. (Limerick)
Italië (38)
Elisabetta Addis, PhD. (Roma), Prof. Gilberto Antonelli (Bologna), Prof. Riccardo Bellofiore (Turin), Prof. Adriano Birolo (Padova), Prof. Clara Busana Banterle (Trieste), Prof. Domenico Cersosimo (Cosenza), Prof. Sergio Cesaratto (Roma), Prof. Daniele Checchi (Milano), Prof. Alessandro Corsi (Torino), Prof. Nicolo De Vecchi (Pavia), Dott. ssa Maria Eboli (Rome), Dr. Andrea Fumagalli (Milan), Prof. Pierangelo Garegnani (Roma), Prof. Claudio Gnesutta (Rome), Ass. Prof. Mario Gregori (Udine), Dr. Marco Guidi (Teramo), Simona Iammarino, PhD. (Rome), Prof. Giorgio Lunghini (Pavia), Dr. Marco Mazzoli (Bologna), Prof. Paolo Palazzi (Roma), Prof. Sergio Parrinello (Rome), Dr. Stefano Perri (Macerata), Prof. Enzo Pesciarelli (Ancona), Prof. Fabio Petri (Siena), Prof. Paolo Piacentini (Sardinia), Dr. Riccardo Realfonzo (Naples), Prof. Massimo Ricottilli (Trieste), Dr. Luca Salvatici (Roma), Prof. Enrico Santarelli, Prof. Ernesto Screpanti (Siena), Prof. Mario Seccareccia, Ass. prof. Annamaria Simonazzi (Rome), Prof. Anna Soci (Bologna), Dr. Alessandro Sterlacchini (Ancona), Prof. Antonella Stirati (Siena), Prof. Giuseppe Tattara, Msc (Venezia), Prof. Fernando Vianello (Rome), Prof. Maurizio Zenezini (Trieste)
Nederland (65)
Drs. Niels Achterberg (Groningen), Prof. dr. W. Albeda (Maastricht), Prof. Yehojachin Brenner (Utrecht), Drs. Huub Cleutjens (Amsterdam), Dr. Aad Correljé (Nijmegen), Prof. dr. Dik Degenkamp (Groningen), Dr. Lei Delsen (Nijmegen), Frank Dietz, Msc. (Rotterdam/Tilburg), Drs. Bouwe Dijkstra (Groningen), Drs. Wilfred Dolfsma (Rotterdam), Prof. dr. J. Drukker (Delft), Dr. P. Eijgelshoven (Groningen), Drs. Paul Frijters (Amsterdam), Prof. dr. Bob Goudzwaard (Driebergen), Prof. dr. Siv Gustafsson (Amsterdam), Drs. W. den Hertog (Amsterdam), Drs. Leen Hoffman (Capelle a/d Ijssel), Dr. Eelko Huizingh (Groningen), Dr. Albert Jolink (Rotterdam), Drs. Jan de Jonge (Amsterdam), Dr. Bas Kee (Amsterdam), Drs. Andries Klaase Bos (Castricum), Prof. dr. Arjo Klamer (Rotterdam), Prof. Alfred Kleinknecht (Amsterdam), Drs. Carine Kuiper (Amsterdam), Drs. Edith Kuiper (Amsterdam), Prof. Ted Kumpe (Rotterdam/Tilburg), Drs. Nico Lamperjee (Amstelveen), Drs. Raoul Leering (Amsterdam), Dr. Joep van der Linden (Utrecht), Drs. Bart Los (Enschede), Drs. Harro Maas (Amsterdam), Prof. dr. Henriëtte Maassen van den Brink (Wageningen/Amsterdam), Prof. dr. Joan Muysken (Maastricht), Dr. Ad Nagelkerke (Tilburg), Drs. Ronald Paping (Delft), Dr. Janneke Plantenga (Utrecht), Dr. Jan Reijnders (Utrecht), Dr. Geert Reuten (Amsterdam), Dr. Joop Roebroek (Tilburg), Dr. Magnus Ryner (Amsterdam), Prof. Hans Schenk (Tilburg/Rotterdam), Drs. Bert Schlösser (Utrecht), Prof. dr. Juliet Schor (Tilburg), Dr. Arthur Schram (Amsterdam), Drs. Wicher Schreuders (Delft), Drs. Bart Snels (Utrecht), Dr. Antoon Spithoven (Utrecht), Drs. Irene van Staveren (Rotterdam), Drs. Hugo Strikker (Amsterdam), Drs. P. Tassenaar (Groningen), Drs. M. Timmer (Eindhoven), Dr. Rob van Tulder (Rotterdam), Drs. Donald van der Veen (Amsterdam), Drs. Peter van der Veer (Utrecht), Drs. Olaf Velthuis (Rotterdam), Drs. Kees Vendrik (Amsterdam), Drs. Wessel Visser (Gouda), Prof. Piet Vos (Egmond a/d Hoef), Dr. Jack Vroman (Rotterdam/Amsterdam), Drs. Robert Went (Amsterdam), Prof. dr. Marco Wilke (Rotterdam), Drs. Edwin Woerdman (Groningen), Dr. Thomas Ziesemer (Maastricht), Drs. Aad Zwaard (Bussum)
Oostenrijk (25)
Dr. Wilfried Altzinger (Vienna), Dr. Rainer Bartel (Linz), Dr. Christian Bellak (Vienna), Dr. Peter Bosner (Vienna), Mag. Alois Guger (Vienna), Dr. Michael Kosz (Vienna), Ing. Mag. Klaus Kubeczko (Vienna), Prof. Kazimierz Laski (Vienna), Mag. Markus Marterbauer (Vienna), Dr. Gerhard Palme (Vienna), Dr. Reinhard Pirker (Vienna), Prof. dr. Kunibert Raffer (Vienna), Dr. Martin Riese (Linz), Dr. Peter Rosner (Vienna), Prof. Kurt Rothschild (Vienna), Dr. Stephan Schulmeister (Vienna), Mag. Sigrid Stagl (Vienna), Mag. Alfred Stiglbauer (Linz), Mag. Engelbert Stockhammer (Vienna), Mag. Waltraut Urban (Vienna), Dr. Wolfgang Weigel (Vienna), Mag. Doris Weichselbaumer (Linz), Prof. Erwin Weissel (Vienna), Mag. Gerhard Wohlfahrt (Graz), Dr. Martin Zagler (Vienna)
Portugal (5)
Rui Henrique Alves (Porto), Prof. Francisco Louça (Lisbon), Prof. Helena Lopes (Lisbon), Prof. dr. Rogério Roque Amaro (Lisbon), Dr. Heitor Sousa (Lisbon)
Spanje (10)
Dr. Jesus Albarracín (Madrid), Dr. Carmen de la Camara (Barcelona), Prof. Miren Etxezarreta (Barcelona), Manuel Fernandez-Grela, PhD. (Santiago), Ass. prof. Aurelia Mae (Barcelona), Prof. Antonio Gimenez-Montero (Valencia), Inigo Isusi, MsC (Bilbao), Tomas Molto Garcia (Barcelona), Dr. Pedro Montes (Madrid), Prof. dr. Xavier Vence (Santiago de Compostela)
Zweden (6)
Roger Axelsson, PhD (Umea), Sten Ljunggren, PhD (Uppsala), Prof. dr. Karl-Gustaf Lofgren (Umea), Asa Lofstrom, PhD (Umea), Olle Westerlund, MA
|