Wraking van rechter P.H.C.M. Schoemaker in milieuschaal

EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Verzoek om wraking van coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker


Sint Oedenrode, 6 september 1997.

Afgegeven met bewijs van ontvangst.
Tevens (excl. bijlagen) verstuurd per fax 073-6816371
op 7 september 1997.


Mijn kenmerk: WRA/06097

Betreft: Verzoek om wraking van coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker, inzake de niet onafhankelijke behandeling van mijn beroepschriften kenmerken: Awb 94/8909; Awb 94/5225; Awb 94/8913; Awb 94/7172; Awb 94/7174, inzake Gebr. van Aarle B.V.

   Aan: Mr. H.F.M. Hofhuis (persoonlijk)

        President van de Arrondissementsrechtbank,
        sector bestuursrecht,
        Postbus 90155,
        5200 MG 's-Hertogenbosch.

    Geachte heer Hofhuis,

Bij brief van 12 augustus 1997 heb ik U kenbaar gemaakt dat ik mij met de inhoud van Uw brief (en faxbericht) van 12 augustus 1997 niet kan verenigen. Daarin heb ik U tevens kenbaar gemaakt dat ik U de inhoudelijke motivatie waarom ik mij met die inhoud niet kan verenigen binnen 30 dagen (vr. 11 september 1997) laat toekomen. Om die reden verzoek ik U met toepassing van de artikelen 8:15 t/m 8:18 Awb coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M,. Schoemaker te wraken, op grond van het volgende feit waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

    Het feit

Bij diverse brieven van 23 juli 1997 word ik door de griffier op woensdag 13 augustus 1997 om 9.30 uur ter zitting uitgenodigd voor de behandeling van mijn volgende beroepschriften:

    
    

    Uw zaaknummers: Mijn kenmerken:

    Awb 94/8909......................................BSR/019/B

    Awb 94/5225......................................BSR/007/B

    Awb 94/8913......................................BSR/017/B

    Awb 94/7172......................................BSR/013/B

    Awb 94/7174......................................BSR/014/B

Voor bewijslast zie bijgevoegde uitnodiging (Prod.A).

In betreffende uitnodigingen staat geschreven dat bovengenoemd 5-tal beroepschriften gevoegd worden behandeld en daar bovenop nog eens gevoegd worden behandeld met de beroepschriften.

  • Awb 94/8911 van A.J. van Rooij, 't Achterom 9 te Sint Oedenrode
  • Awb 94/5227, Awb 94/8916 van Carl Tissen Import Export B.V. te Luyksgestel
  • Awb 94/9943 van de Vereniging tot behoud van het Groene Hart van Brabant te Den Dungen.

Coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker heeft besloten tot bovengenoemde gevoegde behandeling van mijn 5-tal beroepschriften tezamen met een 4-tal beroepschriften van anderen zonder dat ik hem daarom heb verzocht en zonder mijn toestemming.

Coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker heeft besloten tot bovengenoemde gevoegde behandeling van mijn 5-tal beroepschriften met een 4-tal beroepschriften van anderen, waarvan diverse beroepschriften betrekking hebben op een ander niet verwant.


    Onderwerp

Coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker heeft hiermee gehandeld in strijd met artikel 8:14 lid 2 Awb. Dit alles met als doel om met die gevoegde behandeling voor al die beroepszaken een voor de gemeente Sint Oedenrode (Gebr. van Aarle B.V.) gunstige beslissing te kunnen laten ontstaan. Hier is zeer nadrukkelijk sprake van boze opzet van de zijde van coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker, hetgeen ik hieronder met één voorbeeld zal onderbouwen.


    Voorbeeld

Bijgevoegd vindt U: Mijn pleitnotitie behorend bij mijn beroepschrift van 17 september 1994, kenmerk BSR/013/B, Uw zaaknummer Awb 94/7172 (Prod.B).

Uit die inhoud kunt U opmaken dat ik met de onherroepelijke uitspraak nrs. S03.92.2379, S03.92.3127, S03.92.3448 en S03.92.3848 van 9 november 992 van de Afdeling rechtspraak van de raad van State heb onderbouwd dat Uw rechtbank het bestreden besluit van Burgemeester en Wethouders moet vernietigen. Dit vanwege het feit Burgemeester en Wethouders in hun bestreden besluit van 9 september 1992 schrijven dat voor het bouwen van de in geding zijnde impregneerinstallatie geen bouwvergunning nodig is en ik hen met genoemde onherroepelijke uitspraak van de afdeling rechtspraak van de Raad van State de jurisprudentie aanlever dat voor het bouwen van de in geding zijnde impregneerinstallatie wel degelijk een bouwvergunning is vereist.


    Bijgevoegd vindt U verder:

Mijn pleitnotitie behorend bij mijn beroepschrift van 19 oktober 1994, kenmerk BSR/017/B, Uw zaaknummer Awb 94/8913 (Prod.C). Uit die inhoud kunt U opmaken dat Burgemeester en Wethouders bij besluit van 30 november 1993 aan de Gebr. van Aarle B.V. bouwvergunning hebben verleend voor het plaatsen van de in geding zijnde impregneerinstallatie. Met dit besluit geven Burgemeester en Wethouders mij zelf de bewijslast in handen dat hun eerder genomen besluit van 9 september 1992, waarin staat geschreven dat voor de in geding zijnde impregneerinstallatie geen bouwvergunning is vereist, niet juist is en in beroep vernietigd moet worden.


    Conclusie

Uit bovengenoemd voorbeeld (feit) is vast komen te staan dat coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M, Schoemaker mijn 5-tal beroepschriften en een 4-tal beroepschriften van anderen opzettelijk heeft gevoegd met als doel om onder een vernietigende uitspraak van o.a. mijn beroepschrift van 17 september 1994, kenmerk BSR/013/B (Prod.B) uit te komen. Dit alles met als doel Burgemeester en Wethouders en de Gebr. van Aarle B.V. daarmee behulpzaam te zijn. Het is hierbij goed te weten dat de zware georganiseerde misdaad groot belang heeft met het feit dat de in geding zijnde impregneerinstallatie bij de Gebr. van Aarle B.V. in bedrijf blijft. Voor bewijslast zie bijgevoegd artikel "Opmars van diffuse vergiftiging van Europa vanuit Nederland niet meer te stuiten" van 7 juli 1997 (Prod.D).

Het zal u duidelijk zijn dat coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker bovengenoemde zaken heeft gevoegd om daarmee genoemde zware georganiseerde misdaad behulpzaam te zijn. Vanwege het feit hierdoor de rechterlijke onpartijdigheid gegarandeerd schade zal leiden verzoek ik U coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker hierop te wraken. Ik verzoek U mijn verzoek om wraking zo spoedig mogelijk te behandelen in een meervoudige kamer waarin mr. P.H.C.M. Schoemaker geen zitting heeft. Tevens verzoek ik U mij hierover te horen.

Dat uw rechtbank niet onafhankelijk is blijkt ook uit de brief van 4 september 1997 betreffende collusie bij de Rechtbank Den Bosch die J. Hop uit Ermelo aan U heeft verstuurd (Prod.E).

Vertrouwende op een spoedige behandeling teken ik,


Hoogachtend,


    Ing. A.M.L. van Rooij

    Milieu- en Veiligheidskundige



C.c.

  • J. Hop, Joubertstraat 24, 3851 DM Ermelo, E-mail j.hop3@chello.nl
  • A.A. van Abeelen, het Groene Hart, Bosscheweg 24, 5275 HB te Den Dungen.
  • C. Tissen, Carl Tissen Import Export B.V. Lommelsedijk 9, 5575 XD te Luyksgestel.
  • Media en pers.

Bijlagen:

  1. Prod. A: Brief van 23 juli 1997, procedurenummer. 94/8909 WW44 V38 2B van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch (2 pagina's).
  2. Prod. B: Mijn pleitnotitie behorend bij mijn beroepschrift van 17 september 1994, kenmerk BSR/013/B, zaaknummer. Awb 94/7172 (7 pagina's).
  3. Prod. C: Mijn pleitnotitie behorend bij mijn beroepschrift van 19 oktober 1994, kenmerk BSR/017/B, zaaknummer. Awb 94/8913 (8 pagina's).
  4. Prod. D: Mijn artikel Opmars diffuse vergiftiging van Europa vanuit Nederland niet meer te stuiten van 7 juli 1997 (4 pagina's).
  5. Prod. E: Brief (faxbericht) van 4 september 1997 van J. Hop te Ermelo aan mr. H.F.M. Hofhuis, President bij de Arrondissementsrechtbank te Den Bosch (1 pagina).