De armoede groeit door bezuinigingen op lonen, pensioenen en zorg, naast taken die gemeenten op hun bord krijgen ...!!

Fraude en Armoede rond de Bijstandwet

Euroblunder . . . Kamerzetel 151 . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . Crisisdebat

Minister Melkert van Sociale Zaken komt met wijzigingen van de Bijstandswet





van 16 november 1997


Minister Melkert van Sociale Zaken kwam vorige week onverhoeds met een reeks nieuwe wijzigingen van de Bijstandswet. Hij deed dat tijdens het debat in de Tweede Kamer over veranderingen van die Wet, die armoede moeten voorkomen en bestrijden. De discussie zou oorspronkelijk vooral gaan over het beter bereikbaar maken van de bijzondere bijstand voor de minima en verruiming van de mogelijkheden voor bijstandsgerechtigden om iets bij te verdienen. Het debat werd vorige week afgebroken. Vanavond wordt de discussie hervat.

Melkerts wijzigingen slaan op het harde sanctiebeleid dat sociale diensten krachtens de Wet Boeten en Maatregelen vanaf 1 januari 1997 dienen te voeren tegen misbruik en fraude. De eerste reactie van kamerleden was dat Melkert ondergeschikte punten van die wet aanpakt. De PvdA-minister erkent nog niet voluit dat er een samenhang bestaat tussen fraude en armoede.

Kennelijk heeft hij het artikel van zijn partijgenoot Simons, oud staatssecretaris en nu wethouder van sociale zaken in Rotterdam, in het novembernummer van Sociaal Bestek nog niet gelezen. Onder de kop 'Fraude uit armoede en armoede door fraude' beschrijft Simons hoe 'fragmentarisch overheidsbeleid' overkomt bij de medewerkers van de sociale diensten.

'Treinreizigers die van Perron Fraude naar Perron Werk naar Perron Armoede worden gedirigeerd.' Sinds de troonredes van 1995 en 1996 lijkt de bestemming definitief Perron Armoede te zijn. Maar de sociale diensten zeulen wagonladingen maatregelen tegen fraude met zich mee, erfenissen van de PvdA-staatssecretarissen van Sociale Zaken Ter Veld en Wallage uit het vorige kabinet.

Kort gezegd bepaalt de nieuwe Wet Boeten: sociale diensten, hoe klein de fraude ook is, Gij zult niet alleen terugvorderen, maar ook straffen. Daaraan doen Melkerts aanpassingen niets af. Hoe dat harde beleid uitpakt schetst Simons aan de hand van een prakvoorbeeld. Een 52-jarige vader van vier kinderen zit na zeven jaar afzien in de bijstand zo in de schulden, dat hij, ondanks zijn slechte gezondheid, stiekem een maandje voor een uitzendbureau gaat werken. De sociale dienst en het ministerie van Volkshuisvesting komen erachter en vorderen te veel betaalde bijstand en huursubsidie terug.

Als de Wet Boeten ingaat, komt daar nog een strafkorting bovenop. Het maandelijkse zakt nu al tweehonderd gulden onder het sociaal minimum. Het gezin raakt nog dieper in de schulden. Een medewerker van de sociale dienst gaat aan de slag om de schuld te saneren. Maar de voornaamste schuldeisers werken niet mee. Volgens de statistieken zijn dat de sociale diensten zelf. Ze hebben anderhalf miljard uitstaan bij hun eigen cliënten.

Melkert heeft voor betere schuldsanering zijn hoop gevestigd op een wijziging van de Faillissementswet. Die maakt het mogelijk alle schuldenaars, dus niet alleen ondernemers die drie jaar hebben geleefd op 90 procent van het sociaal minimum, van hun schuldeisers te verlossen. Maar deze Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, waaraan al tien jaar wordt gewerkt, is stil komen te liggen in de Eerste Kamer. De reden is kritiek van de rechterlijke macht, de advocatuur en de vereniging van de (verzelfstandigde) gemeentelijke kredietbanken, de NVVK.

Minister Sorgdrager van Justitie, die verantwoordelijk is voor de wet, zoekt in overleg met deze drie partijen een oplossing. Uitgangspunt van Justitie is dat de wet niets extra mag kosten. De vergoeding voor de bewindvoerders moet uit de boedel van de schuldenaren komen, is. De redenering. 'Een schier onmogelijke opdracht', meent voorzitter Siebols van de NVVK. 'Het gaat juist om kale kikkers, die geen boedel hebben.'

Een klein probleem tekent zich nog af. De Wet Boeten en de Wet Schuldsanering vertonen een strijdigheid. De Wet Boeten maant de sociale diensten hard op te treden tegen fraude, hoe klein en uit wat voor nood dan ook gepleegd. De diensten mogen alleen afzien van terugvordering van een bijstandsschuld als het ontstaan ervan niet aan de cliënt te verwijten valt. De sociale dienst drijft zo de bijstandsgerechtigde uit de casus van Simons uiteindelijk in de armen van de rechter, waarbij op grond van de Faillissementswet schuldsanering kan aanvragen.

Maar in die wet is bepaald dat de rechter het verzoek kan afwijzen, als de schuld niet te goeder trouw is gemaakt. De rechter kan natuurlijk uitmaken of een schuld ondanks fraude toch te goeder trouw kan zijn gemaakt. Maar nu Melkert toch bezig is de Wet Boeten te repareren, is het eenvoudiger als hij ook naar dit punt kijkt. Dan doet hij echt recht wat hij in zijn nota over armoede zelf opmerkt over de relatie armoede en fraude.

Wij kunnen u de informatie over armoede niet onthouden !!