Zwartboek Kinderbescherming op Internet
A. Heskesstraat 237 Den HaagFax: (+31)(0)847192769 E-post: arletteheskes@hotmail.com AAN: NVO t.a.v. Het College van Toezicht Betreft: Enige klachten met betrekking tot uw lid dra. H.D. Mooi Aangeklaagde: Dra. H.D. Mooi, werkzaam bij de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden In de functie van 'psycholoog / gekwalificeerd gedragswetenschapper' Den Horst 4 2592 HA DEN HAAG Den Haag, 4 maart 2008 Geacht College, bij deze wil ik als direct belanghebbende, gezag hebbend ouder van Leander Crain, het onderwerp van het indicatiebesluit opgesteld door aangeklaagde, Dit indicatiebesluit wil ik samen met uw 'Beroepscode NVO' zoals bij indienen deze op de website te vinden is, als leidraad voor mijn klachten gebruiken. Op voorhand wil ik u vragen mijn klachten met spoed te behandelen, in verband met de ernstige gevolgen voor een in nood verkerend kind. (Hij is bijna 4 en is zodanig 'gelukkig' in het pleeggezin dat hij nu reeds alle haltes van bus en tram van buiten aan het leren is om naar mij toe te vluchten…hij is bijna 4 jaar…!) Op voorhand wil ik stellen dat ik hier mijn klachten slecht summier aanduid, echter deze ter zitting uitgebreid wil toelichten en onderbouwen met relevante bewijsstukken. Ook zou ik uw geacht college willen voorhouden om drs. A. K. (kinder) psycholoog, R. Naujoks psycholoog i.o. en een arts als getuigen/deskundigen te horen. Klacht 1. Aangeklaagde stelt zorgindicaties op voor een kind dat zij nooit of te nimmer onderzocht heeft. In een onder toezichtstelling van af ca. september 2004 heeft nooit iemand van of namens BJZ Leander onderzocht noch op enige wijze in de thuissituatie de 'onveilige omstandigheden bij moeder' bekeken of gezien. Er staan beweringen in zonder enige onderbouwing. Dit lijkt mij strijdig met enige professionaliteit en het gestelde in art. 9, 10 en 11 van uw beroepscode. Klacht 2. Aangeklaagde stelt indicatie voor zorg, die nooit geweest is en bovendien voor geen enkel belang dient. Een van de indicaties is 'langdurige uithuisplaatsing'. Er wordt geen enkel wetenschappelijk relevant gegeven aangedragen die dit kan onderbouwen: de zogenaamde 'psychiatrische diagnose' van mij is niet bevestigd door enige psychiater of psycholoog. Recentelijk onderzoek heeft zelf die 'diagnose waarvoor slechts aanwijzingen waren niet bevestigd! Het betreffende kind vertoond bij perioden agressief gedrag, aangeklaagde heeft niet de vaardigheid gehad om te constateren dat dit alleen en uitsluitend optreedt bij het pleeggezin en niet bij moeder. Aangeklaagde heeft op geen enkele wijze de rapportages van de (kinder)psycholoog drs. A. K. en een arts in ogenschouw genomen. Zelf heeft ze ook geen onderzoek gedaan. Klacht 3. De 'indicaties' worden niet ondersteund vanuit de wetenschap. Er is geen enkel referentie waarom een minimaal tot geen contact met de biologische moeder 'in het belang van het kind' zou kunnen zijn. Moeder heeft géén 'diagnose' die haar tot gevaar zou maken voor haar kind en heeft zelfs de vaardigheid om de verantwoording voor 10 kinderen tegelijk te dragen. Klacht 4. Het indicatiebesluit is ronduit bezijden de waarheid opgesteld. Ik geef slecht enkele voorbeelden: Er kwam in mei plotseling een extra zorgverlener bij mij over de vloer. Deze trok zichzelf terug, omdat ze niets kon doen: het contact met mij en Leander was goed, ze achtte zichzelf overbodig. Aangeklaagde durft te beweren dat ik de hulpverlening weiger. Er wordt de illusie gewekt dat er zoveel hulp verleend wordt: er is géén enkele hulp aan mij verleend, alleen extra belasting doordat ik nu zowel brengen als halen van mijn zoon alleen moet doen en een extra 'hulpverlener' over de vloer die niets deed en zichzelf overbodig achtte. Van BJZ uit is er niemand geweest om mijn contact met Leander te observeren. Klacht 5. Relevante zaken worden genegeerd. In maart deed iemand een melding bij het AMK over ernstige zorgen hoe de omgang van pleegmoeder met Leander was. Deze melding ging via het AMK naar BJZ, werd meerdere malen onder aandacht van de gezinsvoogd gebracht. Deze laatste stelde zelfs op 22-6-2007: 'moet zo snel mogelijk in de doofpot'. Inderdaad blijkt uit niets dat er enige twijfel is over het pleeggezin. Ik verwijs naar de bijlage. De rapportages en mening van drs. K. worden volledig genegeerd. ik verwijs naar de bijlage 5 . Samengevat Het handelen van aangeklaagde lijkt mij in strijd met onderstaande artikelen uit uw 'Beroepscode'. Ik geef per artikel een korte opmerking. 7: Door aangeklaagde wordt zelfs de band van normale ouder-kind relatie geweld aan gedaan! 8: Nergens blijkt dat moeder met respect en gelijkwaardig behandeld is dan wel enige inbreng van andere (psychologen en arts) gerespecteerd is (er is zelfs geen gesprek geweest!) 10:: Idem als 7: de ouder-kind band wordt op zeer ernstige wijze geweld aangedaan, zonder wetenschappelijk onderbouwde reden! 11: Van enige werkelijke reden van handelen is niets uit het indicatiebesluit gebleken. 12: Hoort het maken van een zeer negatieve beeldvorming van een cliënt wél tot de taak van een psycholoog? 14: Aangeklaagde is goed op de hoogte van de werkwijze van Bureau Jeugdzorg en weet dat een en ander slechts op 'indrukken' en verdraaiingen van feiten is gebaseerd: ze is immers medewerkster aan een team! 15: Aangeklaagde heeft geen duidelijk doel en ook nimmer enige toelichting gegeven, zelfs geen gesprek met mij. 18: Enige toestemming aan aangeklaagde voor haar inbreng is nimmer gevraagd en ook nimmer gegeven. 19: Ook van enig voldoen aan de beroepscode NVO van andere medewerkers van het team van BJZ is niets gebleken: nimmer heeft er iemand mij, mijn thuissituatie of mij met kind onderzocht! 21: Zie het gestelde bij regel 19. 22: Om deze reden acht ik aangeklaagde ten volle verantwoordelijk: zij ondertekende immers alleen en uitsluitend het omstreden Indicatie Besluit. 35: Vanuit mij was de hulpvraag: 'Hulp bij zwaar huishoudelijke klussen', het antwoord: langdurige uithuisplaatsing van mijn kind, extra stress door procedures, minimaal contact met mijn zoon dat ook nog ongelukkig is en gedragsproblemen heeft (en alleen en uitsluitend daar, nergens anders!) in een pleegezin dat hem als een soort object behandelt….. 36 Heeft U het kunnen volgen, geacht college? Mijn 'hulpvraag' en de 'noodzakelijk hulp'? Gezien het feit dat de indicaties van aangeklaagde zéér ernstige schade doen aan de band tussen een onschuldig kind en zijn biologische ouders, spreek ik de hoop en verwachting dat deze klachten voor u aanleiding zijn om tot een passende maatregel te komen tegen aangeklaagde, hoogachtend, A. Heskes, moeder Bijlagen: 5:
|
Algemeen
ARTIKEL 1
ARTIKEL 2
ARTIKEL 3
ARTIKEL 4
ARTIKEL 5
ARTIKEL 6
ARTIKEL 7 Deskundigheid
ARTIKEL 8 Zorgvuldigheid
ARTIKEL 9 Vertrouwelijkheid
ARTIKEL 10 Collegialiteit
ARTIKEL 11 Verantwoording
ARTIKEL 12 Beeldvorming Het aangaan van een professionele relatie
ARTIKEL 13
ARTIKEL 14
ARTIKEL 15
ARTIKEL 16
ARTIKEL 17
ARTIKEL 18 Interdisciplinaire samenwerking en assistentie
ARTIKEL 19
ARTIKEL 20
ARTIKEL 21
ARTIKEL 22
ARTIKEL 23
ARTIKEL 24
ARTIKEL 25
ARTIKEL 26
ARTIKEL 27
ARTIKEL 28
ARTIKEL 29
ARTIKEL 30
ARTIKEL 31
ARTIKEL 32
ARTIKEL 33
ARTIKEL 34
ARTIKEL 35
ARTIKEL 36
ARTIKEL 37
ARTIKEL 38
ARTIKEL 39
ARTIKEL 40
ARTIKEL 41
ARTIKEL 42
ARTIKEL 43
|
A. Heskes Den Haag Fax: (+31)(0)847192769 e-post: arletteheskes@hotmail.com
AAN: Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Betreft: Klacht
Aangeklaagde: Dra. H.D. Mooi, GZ-psycholoog in haar functie als 'gekwalificeerd gedragswetenschapper' In zake: mw. A. Heskes geb. 17-9-1973 en Leander Crain, geb. 22-4-2004 Den Haag, 24 februari 2008
Geacht College, Node wil ik hierbij enige klachten indienen met betrekking tot de gedragsdeskundige van Bureau Jeugdzorg Haaglanden. Hoofdleidraad voor mijn klacht is het indicatiebesluit zoals door haar opgesteld en ondertekend d.d. 21-1-2008. Ik ga er derhalve vanuit dat aangeklaagde ten volle verantwoordelijk is voor de inhoud hiervan. Op voorhand wil ik stellen dat ik hier mijn klachten slecht summier aanduid, echter deze ter zitting uitgebreid wil toelichten en onderbouwen met relevante bewijsstukken. Ook zou ik uw geacht college wiilen voorhouden om drs. A. K. (kinder) psycholoog, ….(naam assistent K. en een arts als getuigen/deskundigen te horen.
Klacht 1. Aangeklaagde stelt indicatie voor zorg, die nooit geweest is en bovendien voor geen enkel belang dient. Een van de indicaties is 'langdurige uithuisplaatsing'. Er wordt geen enkel wetenschappelijk relevant gegeven aangedragen die dit kan onderbouwen: de zogenaamde 'psychiatrische diagnose' van mij is niet bevestigd door enige psychiater of psycholoog. Recentelijk onderzoek heeft zelfs die 'diagnose'(waarvoor slechts aanwijzingen waren) niet bevestigd! Het betreffende kind vertoond bij perioden agressief gedrag, aangeklaagde heeft niet de vaardigheid gehad om te constateren dat dit alleen en uitsluitend optreed bij het pleeggezin en niet bij moeder. Aangeklaagde heeft op geen enkele wijze de rapportages van de (kinder)psycholoog drs. A. K. en een arts in ogenschouw genomen. Zelf heeft ze ook geen onderzoek gedaan.
Klacht 3.
Klacht 4. Relevante zaken worden genegeerd. In maart deed een artds melding bij het AMK over ernstige zorgen hoe de omgang van pleegmoeder met Leander (in het openbaar) was. Deze melding ging via het AMK naar Bureau Jeugdzorg en werd meerdere malen onder aandacht van de gezinsvoogd gebracht. Deze laatste stelde zelfs op 22-6-2007: 'moet zo snel mogelijk in de doofpot'. Inderdaad blijkt uit niets dat er enige twijfel is over het pleeggezin. Ik verwijs naar de bijlagen. De rapportages en mening van drs. K. worden volledig genegeerd. ik verwijs naar de bijlage 5 Gezien het feit dat de indicaties van aangeklaagde zéér ernstige schade doen aan de band tussen een onschuldig kind en zijn biologische ouders, spreek ik de hoop en verwachting uit dat deze klachten voor u aanleiding zullen zijn om tot een juridisch passende maatregel te komen tegen aangeklaagde. hoogachtend, A. Heskes, moeder Bijlagen: 5:
|
A. Heskes Straat 237 Den Haag Fax: (+31)(0)847192769 AAN: Stadsgewest Haaglanden
t.a.v. de weledele heer T.J. de Ruiter
Betreft : Verzoek om hulp
Den Haag, 11 maart 2008
Geachte heer de Ruiter
Van mijn gemachtigde/vertrouwenspersoon, waarmee u vrijdag 7 maart een telefoongesprek had, vernam ik dat u bereid bent om u in te zetten voor deze dramatische zaak voor op de eerste plaats mijn 3 jarige zoon Leander. U gaf aan dat u graag een verhaal op papier zou willen hebben. Aan uw verzoek zal ik bij deze voldoen. Mocht u echter uitgebreide onderliggende stukken als indicatiebesluiten/ rechterlijke uitspraken/ gegevens van derden wilt hebben, dan stuur ik u die het liefst per e-post. U heeft inmiddels al een gedeelte van de recentelijke gang van zaken ontvangen. Even de voorgeschiedenis: Mijn grootouders, die naast mij wonen, waren tegen de vader van mijn zoon (die ik in Amerika ontmoette en die vervolgens in 2003 naar Nederland kwam). Zij hebben er toe bijgedragen om hem/ mij/ ons voor van alles en nog wat zwart te maken (via de huisarts (tevens hun huisarts...), de buren, de politie, zelfs mijn vrienden en later de Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, Jeugdformaat, de pleegouders enz.), met als doel om mijn zoon elders te laten opgroeien, met als achterliggende reden o.a. dat wij weinig geld hebben (dat mijn kind 'beter' zou verdienen) en dat vader niet bij hen 'in de smaak viel' (om het voorzichtig uit te drukken). Zo werd ik achter mijn rug om 'gek verklaard' en hing de psychiatrische crisisdienst aan de telefoon rond de periode vlak voor mijn bevalling/ mijn kraambed (ik heb geen psychiatrische voorgeschiedenis, gebruik geen alcohol of drugs). Deze is onverricht ter zake vertrokken, er werd géén psychiatrische diagnose gesteld. Dit is later door mijn (nieuwe) huisarts bevestigd. Toch is het hier allemaal mee begonnen. Mijn zoon is in het voorjaar geboren en in de zomerperiode ben ik o.a. bij mijn pleegmoeder in Belgie op bezoek geweest (ik heb daar ook de inentingen gehaald). Omdat mijn mobile telefoon daar niet werkte en niemand mij kon bereiken, werd er melding gedaan omtrent de zorgen rondom mijn zoon bij het AMK (ik wist van niets, het gebeurde grotendeels achter mijn rug om: bij mijn thuiskomst trof ik pas een brief aan). Het consultatiebureau werd verplicht gesteld melding te doen. De wijkverpleegkundige van het consultatiebureau heeft zelfs een getuigenverklaring voor de rechtbank geschreven, nadat zij een aantal keren heeft geprobeerd om de melding in te trekken. Later werd ik 'verdacht' van slechte verzorging van mijn zoon (gebaseerd op de oorspronkelijke verhalen van mijn grootmoeder die inmiddels een eigen leven gingen leiden).
De politie kwam met medewerkers van de kinderbescherming en het AMK (onder bedreiging van het rammen van de deur) tijdens het geven van de borstvoeding op 20 september 2004 om half 9 's-ochtends Leander uit huis halen (en of ik een lift naar de inrichting wilde: er zou al een crisisteam op mij wachten)… De Raad van de Kinderbescherming oordeelde dat ik onderzocht zou moeten worden. 3 Maanden later mocht Leander weer thuis komen, zo oordeelde de rechter (ondanks het feit dat het onderzoek nog niet eens begonnen was). De kinderbescherming gaf (middels een uitspraak tijdens de klachtenprocedures) zelfs aan dat er een onterechte uithuisplaatsing was gedaan: de rapportages van het AMK bleken zeer overtrokken te zijn en o.a. de wijze van uithuisplaatsing had niet zo mogen gebeuren en tevens de informatieverwerking was veel te eenzijdig geweest (deze was voornamelijk gebaseerd op verhalen van mijn grootouders en de voormalige huisarts). Er was zelfs geen overleg geweest met mij of met de andere partijen om de oorspronkelijke 'vermoedens' op waarheid te toetsen: bijvoorbeeld het feit dat het consultatiebureau de melding introk, het niet vermelden dat de crisisdienst inmiddels hun onderzoek een week voor de uithuisplaatsing afgesloten had, het beweren dat ik stoornissen zou hebben (zonder dat daarvoor in het verleden een diagnose is gesteld/ noch dat dit door de medewerkers van de crisisdienst is gedaan of dat er aanwijzigingen voor/ onderzoeken naar zijn geweest). Op 18 januari 2005 was Leander weer bij mij. Op 2-2-2005 werd er een telefoongesprek gevoerd tussen BJZ en Jeugdformaat (een pleegzorginstelling) dat Leander 'perspectief biedend uit huis geplaatst' moest worden (d.w.z. blijvend). Om mijn stressgevoeligheid te testen en te bereiken dat ik zou falen heeft men mij de maanden daarna een overvloed aan afspraken en onderzoeken laten aflopen en massa's hulpverleners op mijn dak gestuurd (die allen NIETS deden behalve zuur voor zich uit te staren/ zich te vervelen). Ik gunde mijn zoon juist zijn middagslaapje en liet hem bij de naast mij wonende grootouders slapen (zij waren naast mij/ zijn vader de enige hechtingspersonen die hij nog kende en met wie hij vertrouwd was), zodat ik 's middags bepaalde afspraken zou kunnen nalopen (verplicht door BJZ/ via de Raad voor de Kinderbescherming ook door de rechtbank!). Dit feit dat ik mijn zoon rust gunde is gebruikt om (zonder rechterlijk machtiging), Leander op 30-4-2005 weer bij mij weg te halen… [Mijn weerstand was door het plotselinge moeten stoppen met borstvoeding achteruitgegaan, mijn hormoonhuishouding was in de war, ik was veel afgevallen en ik had o.a, de ziekte van Pfeiffer gekregen. Mijn nieuwe huisarts en de wijkverpleegkundige van het consultatiebureau waren enkele van de vele mensen die een getuigenis geschreven hebben over hoe fijn ik met mijn kind omga; dat we vooral rust nodig hadden om de gemiste tijd met elkaar in te halen t.b.v. de belangrijke hechtingsfase die zo abrubt doorkruisd was.] Deze rust was ons niet gegund. Leander is in totaal in zijn eerste levensjaar 5 keer verplaatst geweest (van mij voor een week naar mijn pleegvader totdat de zitting voorkwam, naar een crisisopvang pleeggezin, naar mij terug en daarna naar een ander crisispleeggezin (waar hij nu woont). Vanaf die tijd heb ik de ene rechtszaak na de andere gehad: het totaal aan rechtszaken sinds 20 september 2004 staat nu rond de 21. BJZ heeft de de uithuisplaatsing(en) iedere keer weten goed te praten middels 'indicatiebesluiten' waarin de hoofdrol speelde: mijn psychiatrische diagnose en het 'feit' dat Leander's 'veiligheid' bij mij in het geding zou zijn. Ik heb me sinds die tijd (vrijwillig) onderworpen aan allerlei onderzoeken: na het eerste onderzoek liet ik mij (op advies van de rechtbank) begeleiden door een extern (kinder)psycholoog/ ouderbegeleider, ik liet een onderzoek verrichten door het RMPI te Barendrecht en daarna heb ik een contra-expertise gevraagd van een (onafhankelijke) huisarts. BJZ was blijkbaar nog niet overtuigd (wilde geen beslissing nemen en had mijn zoon inmiddels aan de pleegouders beloofd) en hield er bij de rechtbank een 2-sporen beleid op na: uithuisplaatsen zonder duidelijke redenen en terugplaatsen zonder criteria (wachten daarvoor op het ene onderzoek na het andere wat meer duidelijkheid zou moeten bieden). De rechter stelde dat BJZ aan huis moest observeren, omdat de onderzoeksinstituten niet aan huis kwamen. Hoewel BJZ stelde dat de bezoeken de eerste 2 jaar perse begeleid moesten worden (zonder duidelijke redenen), heeft zij geen verslagen hiervan gemaakt. Toen de begeleiding stopte kwam er niemand meer aan huis en werd er helemaal geen 'hulp' meer verleend.
Het RMPI kwam tot de conclusie dat Leander geleidelijk zou moeten worden thuisgeplaatst (de eerste verslaglegging van deze evaluatie was al in juni 2006). Vader was ook weer in beeld (deze is bij periodes niet op mijn adres woonachtig geweest). Direct hierna kwam het pleeggezin in opstand met een beschuldiging (via de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen i.s.m. Jeugdformaat) van 'seksueel ontoelaatbaar gedrag' van de vader/ ouders…dus zelfs het minimale contact wat er was tussen mij en mijn zoon werd ook nog verminderd in plaats van uitgebreid. Om nog onduidelijker redenen heeft zijn vader hem een periode van meer dan een jaar daaraan voorafgaand niet gezien. BJZ 'zou geen beslissing kunnen nemen over thuisplaatsing' omdat het RMPI dit niet gedaan had. Ik stelde toen voor om Prof. Bullens/ FORA een onderzoek te laten doen. De oorspronkelijke onderzoeksopzet was helder: 'onderzoeken of Leander thuisgeplaatst kon worden en zo ja, wat (voor hulp) er dan voor nodig zou zijn'. (Ik heb de originele vraagstelling nog, die daarna maar liefst 4 keer gewijzigd is). BJZ vertraagt het 'onderzoek' ongehoord lang: er is 1,5 jaar overheen gegaan (het onderzoek start uiteindelijk pas in augustus 2007 / het concept arriveert in januari 2008). De vraagstelling werd door BJZ, zonder mijn toestemming, verdraaid (dit heet in gewoon Nederlands 'valsheid in geschrifte': het briefje met de handtekeningen voor akkoord werd aan een andere vraagstelling geplakt (in overleg met het NIFP/ FORA/ BJZ). Wat blijkt: uit het onderzoek komt dat de huidige situatie met het pleeggezin gewoonweg niet gaat: driftbuien/ huilbuien, taalachterstand, sociaal-emotionele problemen, hechtingsproblemen/ loyaliteitsproblemen, slaapproblemen; de onderzoeken mislukken omdat Leander weigert omdat hij angstig en geremd is (omdat hij de basisveiligheid mist). Ondertussen wordt er een kernrapport geschreven waar het pleeggezin buiten iedere discussie staat en ik als moeder maar liefst 217 x betwijfeld wordt, alle twijfel ten mijne nadele uitgelegd. Het pleeggezin is slechts 23 x onderwerp van twijfel, maar gelukkig in bijna alle keren is dit omgedraaid in hun voordeel. Zo wordt als Leander met mij als moeder mee wil ('Ik wil naar mama toe...') en dat duidelijk laat blijken (door zijn jas weg te smijten als hij die van pleegmoeder moet aantrekken), in de interpretatie gezegd: 'Leander lijkt pleegmoeder te bedoelen'; terwijl het feitelijk andersom was.
Mijn vertrouwenspersonen, o.a. een arts en jurist, zijn eens nagegaan wie dat Hoofd Onderzoek van FORA was: zij bleek in het verleden al eerder veroordeeld wegens ondeskundigheid en partijdigheid, zij blijkt niet ingeschreven bij het BIG of het NIP (later blijkt dat zij wél is ingeschreven bij het BIG maar alleen met totaal andere voorletters dan dat zij onder haar rapportages en brieven zet). Ondanks mondelinge toezeggingen op 5 februari door FORA (waarbij zij beloofde de rapportage 'onpartijdig' te gaan schrijven en mij vroeg of ik het eerste concept rapport kon vernietigen), bleek 1 week later dat FORA slechts 21 van het 217 x partijdige taalgebruik verwijderd had. Zowel vader als ik hebben het uitbrengen van enige rapportage door FORA geblokkeerd. De pertinent onjuiste 'feiten', de rapportages van andere onderzoekers en het feit dat er enige meldingen bij het AMK gedaan zijn over het pleeggezin, werden ook daar verzwegen (op 22-6-2007 zei de 'jeugdbeschermer' vanBJZ: 'dit moet zo snel mogelijk in de doofpot'. Op diezelfde manier zijn evaluaties niet meer terug te vinden in het contactjournaal.
De onafhankelijke (kinder)psycholoog/ ouderbegeleider (op verzoek van het gerecht in beeld gekomen omdat BJZ vond dat ik begeleiding nodig had), wordt systematisch genegeerd. Ook zijn rapportages zijn genegeerd. Zelfs zijn naam is niet terug te vinden tussen de aanwezigen bij de evaluatie (deze was op 22-6-2007 's middags bij BJZ aanwezig). Ook hier zei hij dat hij mij in staat achtte om verantwoord mijn zoon te verzorgen. Er is door BJZ zelfs geen verslag van dit gesprek gemaakt. Ook in indicatiebesluiten is nimmer zijn naam gevallen. Ter terechtzitting wordt deze psycholoog als 'vriendje van moeder' weggezet. BJZ blijft rapporteren dat ik 'niet begeleidbaar' ben en 'niet open sta voor hulpverlening', waarom vroeg ik dan een PGB aan (de aanvraag voor mijn zoon verdween in de prullebak van BJZ) en betaal ik sinds mei 2005 de rekeningen van de (kinder)psycholoog (zijn rekeningen kan ik tonen; ik heb hem gekozen uit de Gouden Gids)? Inmiddels heb ik ook een coach ingeschakeld, die mij zou kunnen begeleiden indien mijn zoon naar huis komt. De (kinder)psycholoog heeft zelfs nog een verwijsbriefje aan mijn huisarts verzocht voor een extra persoonlijk therapeut voor mijn zoon alleen (om een eventuele terugplaatsing zo goed mogelijk te laten verlopen). Echter, zelfs een medewerkster van Jeugdformaat (die door BJZ zelf was ingeschakeld om de bezoeken na te bespreken), heeft zich teruggetrokken omdat BJZ niet overging tot verdere uitbreiding van de bezoeken en de bezoeken goed verliepen (waardoor zij zichzelf overbodig achtte). Ondertussen wordt door BJZ, de huidige teamleidster mw. De Graaf beweerd: 'de onveilige situatie bij moeder is onveranderd' en dat is weer goed voor een nieuwe verlenging uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling. Hierbij moet aangetekend worden dat BJZ het afgelopen jaar NIET bij mij thuis is komen kijken en mij en Leander niet samen gezien heeft. De (kinder)psycholoog (overigens ook psychotherapeut en tevens aangesloten bij diverse beroepsorganisaties) is wel meerdere malen bij mij thuis geweest, heeft mijn interactie met mijn zoon wel onderzocht. Zelf heb ik (in de functie van au-pair) de verantwoording gedragen voor 10 kinderen tegelijk; dit is nergens terug te vinden in enig stuk van BJZ. Tevens blijkt uit het FORA-onderzoek dat pleegmoeder werkzaam is bij pleegzorg; voeg hieraan toe dat het pleeggezin in mei 2005 al direct beloofd is dat zij Leander blijvend zou krijgen (dat blijkt uit een telefoonnotitie van 2-2- tussen BJZ en Jeugdformaat), dan lijkt mij dit zelfs op een vorm van illegale adoptie van mijn zoon. Immers, hoe langer BJZ de zaak weet te rekken, des te aannemelijker het voor de rechter kan lijken dat mijn zoon gehecht zou kunnen zijn in het pleeggezin, wat na al die tijd een nieuwe reden zou kunnen worden om Leander blijven uit huis te plaatsen in het pleeggezin, zonder terug te kijken. De vragen waar ik mee zit zijn namelijk simpel en zijn nimmer door BJZ beantwoord :
Ik hoop dat u bereid bent om in deze zaak bemiddelend op te treden om een einde te maken aan deze inpasse en het gesprek aan wilt gaan met o.a. de Inspectie Jeugdzorg (mw. mr. M. Boelema). Dat kan hopelijk nog meer narigheid en onduidelijkheid voor mijn zoon (en de daarbij horende nodige juridische procedures) voorkomen! Bij voorbaat hartelijk dank voor uw aandacht in mijn zaak, Arlette Heskes
P.S.: |
Zwartboek Kinderbescherming
26 februari 2007 bij Een Vandaag op TV!
Commentaar van anderen op de uitzending van Een Vandaag
Brief
van Bureau Jeugdzorg aan Arlette Heskes met vragen (over geboden hulp)
Overzicht van enkele schokkende ervaringen over begeleiding door Jeugdzorg
Rapportage definitief 10-10-2007 [1]
Rapportage definitief 3-4-2007 [1]
Bezwaarschrift IB-BJZ januari 2008 definitief
Klacht Mooi RMT Den Haag definitief
Spoed ex 8.81 definitief voor de voorzieningenrechter
Rapportage van de dokter definitief 17-3-2008
De beroepscode van de Nederlandse Vereniging van Opvoedkundigen
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Site adres:
http://www.sdnl.nl/arlette-heskes-nvo.htm
Westkade 227, 1273 RJ Huizen (NH)
Tel.: 06-17125374