Arlette kreeg als moeder van een door BJZ in feite geroofd kind de volgende
(gekleurde) vragen voorgelegd.
In het zwart ziet u haar reactie c.q. antwoorden!
Uit het dossier bleek overigens dat het kind enige maanden voor
uithuisplaatsing in feite 'beloofd' was aan een pleeggezin, dat dit kind
koste wat kost wil behouden... alhoewel dat pleeggezin 'overwoog de pleegzorg
te beëindigen'.... (en het dus in feite beschouwd als een kat of hond... dat
je maar wegdoet!)
Hieronder de reactie van Arlette
Door deze vragen te beantwoorden zou ik er van overtuigd moeten zijn dat er
enige hulp geboden is. Gezien het feit dat er aan mijn zijde geen ernstige
problematiek is die een uithuisplaatsing kan rechtvaardigen of noodzakelijk
zou maken, ik zelf heel goed voor mijn zoon kan zorgen, er nooit een
hulpverzoek van mijn kant gekomen is, ik zelf een (kinder)therapeut in de
arm genomen heb voor vraagstukken rond de uithuisplaatsing en de opvoeding,
is het voornamelijk wrang en suggestief, overbodig en tijd(+geld)verspilling
om in te gaan op deze suggestieve vraagstellingen.
Het gaat om de volgende vragen:
1. Wat vinden ouders van de geboden hulp?
Welke hulp is er dan geboden? Het feit dat het mij zo moeilijk mogelijk gemaakt
wordt om normaal contact met mijn kind te hebben? Het feit dat ik dankzij BJZ in
eindeloze juridische procedures verzeild geraakt ben? Het feit dat ik géén
normale vakantie met mijn kind mag hebben? Het feit dat ik als ouder gewoonweg
genegeerd en aan de kant gezet wordt? Dat mijn wensen als gezaghebbend ouder op
geen enkele wijze gerespecteerd worden?
2. Vinden ouders de voorzetting van de huidige maatregel nodig?
Nee. Het is niet in het belang van Leander om hem te vervreemden van zijn
biologische ouders (met wie hij een warme, liefdevolle band heeft) met als
uitgangspunt zijn ouders op alle mogelijke manieren proberen te diskwalificeren.
3. Om welke problemen gaat het volgens de ouders?
Het door BJZ klakkeloos doorgaan om haar eigen gelijk bevestigd proberen te
krijgen en een kind, mijn kind, in bruikleen geven aan pleegouders.
De hechtingsproblematiek en de andere problemen die hij in
het pleeggezin ondervindt, grijpen mij het meeste aan. Problemen rijzen verder
bij instanties zoals het FORA, die zelfs hun eigen bevindingen in hun conclusies
verdraaien, waarbij ze deze niet verder onderbouwen of onderzoeken op juistheid.
4. Wat is de hulpvraag van de ouders?
Geen. Mogelijk alleen en uitsluitend de terugkeer van mijn eigen kind naar huis
en zo nodig méér geld en fysieke hulp voor zwaar huishoudelijk werk...
Ik heb zelf al een kindertherapeut voor mij en mijn zoon
die ons sinds mei 2005 (in opdracht van de rechter) begeleidt. Mijn zoon heeft
er ook niet om gevraagd dat hij door alle uithuisplaatsingen nu een gebrek aan
basisveiligheid ervaart en daarbij in zijn ontwikkeling ernstig geremd en
belemmerd wordt. Als ouder kan ik hem zijn gevoel voor geluk en harmonie als
geen ander weer teruggeven en versterken. Ik ben goed in staat hem te begeleiden
en wens dat hij kan opgroeien bij zijn ouders die hem veel liefde en aandacht
kunnen geven, hem door oprechtheid en zorgzaamheid zijn geschonden vertrouwen
kunnen teruggeven en hem de duidelijkheid en stabiliteit kunnen verschaffen die
hij zo hard nodig heeft.
Arlette Heskes