Geschreven door Rudo de Ruijter |
Degenen die buiten de VS dollars gebruiken betalen doorlopend een contributie aan de VS.
Deze bestaat uit een inflatie van 1,25 miljoen dollars per minuut. Dit is het resultaat van de snelle groei van de buitenlandse schuld van de VS. De helft van haar importen wordt simpelweg toegevoegd aan de buitenlandse schuld. De houders van dollars buiten de VS betalen deze importen door middel van inflatie.
Bovendien lijken deze dollarhouders zich niet te realiseren, dat de dollarkoers waar ze naar kijken, niet meer is dan een gevaarlijke façade. Als ze niet begrijpen, wat hem nog overeind houdt, dan kunnen ze die bij verrassing op hun neus krijgen. Ondertussen, goed gecamoufleerd, staat de dollar in het middelpunt van conflicten en oorlogen.
Inhoud:
1. Wereldwijde
vraag naar dollars
2. Gratis
winkelen voor de VS
3. Failliet en
toch doorgaan
4.
Dollarreserves Japan en
China
5.
Gecamoufleerde conflicten
6. Hoe steel je
oliereserves?
7. Euro versus
dollar
8. Groene
kankercellen
|
1. Wereldwijde vraag naar dollars
Tot 1971: dollar = goud
Tot 1971 vertegenwoordigde elke US-dollar een vastgesteld gewicht aan goud. De VS had een enorme goudvoorraad, die de waarde dekte van de totale hoeveelheid dollars die in omloop was gebracht. Wanneer buitenlandse banken meer dollars hadden, dan ze wensten, konden ze die tegen goud inwisselen. Dat was de belangrijkste reden, waarom de dollar wereldwijd geaccepteerd werd.
Sinds 1971:
OPEC-olie wordt betaald in
dollars
In 1971 werd de dollar
losgekoppeld van het
vastgestelde gewicht aan
goud. Dat was eigenlijk een
noodsprong van President
Nixon. De Vietnam-oorlog had
de staatskas geleegd. De VS
had meer dollars gedrukt en
uitgegeven dan hun
goudreserves toelieten.
Sindsdien wordt de waarde
van de dollar bepaald door
vraag en aanbod op de
wisselmarkten.
In die tijd produceerde de
VS nog voldoende olie voor
haar eigen consumptie. Om
haar eigen
oliemaatschappijen te
beschermen tegen
buitenlandse concurrentie
golden er
import-beperkingen. In ruil
voor het opheffen daarvan,
beloofden de OPEC-landen hun
olie alleen nog maar in
dollars te verkopen. De
dollar was ook in die tijd
al de meest gebruikte valuta
in de wereldhandel. Dus
niets bijzonders?
Alle landen hebben
dollars nodig
Sinds 1971 moet dus iedereen
die olie wil importeren,
eerst dollars kopen. [1] En
daarmee wordt het gelijk
leuk voor de VS. Vrijwel
iedereen heeft olie nodig,
dus iedereen wil dollars
hebben.
Oliekopers uit alle landen
van de wereld leveren hun
yens, kronen, franken en
andere valuta’s in. Ze
krijgen daar dollars voor
terug. Daarmee gaan ze in de
OPEC-landen olie kopen. De
OPEC-landen geven die
dollars weer uit. Dat kunnen
ze natuurlijk in de VS doen,
maar ook in alle andere
landen van de wereld.
Immers, iedereen wil dollars
hebben, want iedereen heeft
altijd opnieuw olie nodig.
2. Gratis winkelen
De eerste winst voor
de VS
In deze oliehandel zijn
ontzettend veel dollars
nodig. Veel dollars dienen
uitsluitend voor de
kringloop buiten de VS, dat
wil zeggen: tussen de andere
landen van de wereld en de
OPEC-landen.
In het begin waren daar niet
genoeg dollars voor. Die
moesten in de VS gedrukt
worden. [2] Dat kostte de VS
papier en groene inkt.
Vervolgens moesten die
dollars naar het buitenland,
waar olie-inkopers deze
nodig hadden. Let op, hier
komt de gigantische winst.
Er is maar één manier om die
mooie nieuwe bankbiljetten
naar het buitenland te
krijgen: de VS gaat er
inkopen mee doen. En omdat
die hoeveelheid dollars
permanent in het buitenland
blijft, levert de VS daar
niets voor terug. Die
inkopen zijn dus gratis!
Steeds meer dollars
voor het buitenland
Die gratis inkopen golden
niet alleen in het begin.
Zodra er meer dollars nodig
zijn in de oliehandel, door
prijsstijging of
volumestijging, is dat winst
voor de VS.
Dat geldt niet alleen voor
de toename in de oliehandel,
maar ook voor het
dollargebruik in de rest van
de wereldhandel.
Globalisatie, vrije
wereldhandel, wereldwijde
privatisering van openbare
voorzieningen, zoals
bijvoorbeeld gas-, water-,
elektriciteits-, telefoon-
en openbaar vervoerbedrijven
slokken enorme hoeveelheden
dollars op. Steeds meer
dollars verdwijnen in alle
uithoeken van de wereld. En
in eerste aanleg betekent
dit telkens weer gratis
winkelen voor de VS!
Schuld
Natuurlijk houdt dit wel in,
dat de VS voor al die gratis
inkopen een schuld opbouwt.
Immers, het buitenland zou
op een dag met al die
dollars weer inkopen in de
VS kunnen doen, en dan moet
de VS er uiteindelijk “iets”
voor terug doen.
Handelsbalans
Om niet in de problemen te
komen, zou de VS er
eigenlijk voor moeten
zorgen, dat hun importen en
exporten in evenwicht
blijven. Nadat in 1971 meer
dollars in omloop waren
gebracht, werd alleen in
1973 meer verkocht dan
ingekocht. Daarna ging het
bergafwaarts en leefde de VS
steeds meer op de pof van de
rest van de wereld. [3]
Alleen al voor het jaar 2004
was het tekort op de
handelsbalans 650 miljard
dollar! En dat terwijl de VS
300 miljoen inwoners telt.
Gemiddeld heeft elke inwoner
in 2004 $ 2,167 op het
buitenland geteerd! [4]
Tegenover dit tekort op de
handelsbalans staan geen
verbeteringen op de
betalingsbalans. De
buitenlandse schuld van de
VS is dus in één jaar
gestegen met
650.929.500.000 dollar. Dat
komt overeen met 1 ¼ miljoen
dollar per minuut!
De verschillen tussen
importen en exporten van de
VS zijn het grootst in haar
handel met China (162
miljard dollar), Japan (76),
Canada (66), Duitsland (46),
Mexico (45), Venezuela (20),
Zuid-Korea (20), Ierland
(19), Italië (17), Maleisië
(17). [5]
De dollarkoers
Elk ander land dat meer
inkoopt dan verkoopt, ziet
de waarde van zijn geld
verminderen. Als je weinig
aan een bepaalde munt hebt,
zakt de vraag en zakt de
koers. Maar wat voor alle
andere landen geldt, geldt
niet voor de VS. Zolang de
hele wereld dollars nodig
heeft om olie te kopen, is
er altijd vraag naar
dollars.
De VS verbruikt ¼ van de
wereld olieproductie.
Wanneer de dollarkoers
stijgt, wordt alleen de
prijs voor de overige ¾ van
de olieconsumenten hoger.
Voor de VS blijft de prijs
gelijk.
Wanneer de OPEC-prijs stijgt
zijn er meer dollars in de
cyclus nodig. Als het
verbruik gelijk blijft,
kunnen die bijgedrukt en in
omloop gebracht worden
zonder dat de dollarkoers
zakt. In 2004 produceerde de
VS de helft van de olie die
ze verbruikte, de andere
helft (1/8 van de
wereld-olie-consumptie)
voerde zij in. Van de extra
dollars voor olie
prijsstijgingen zijn dus 7/8
buiten de VS nodig. Bij elke
prijsverhoging van de olie
kan de VS haar eigen
kostenstijging met nieuwe
dollarbiljetten financieren en tegelijkertijd 7 x zoveel dollars aan het buitenland leveren. Dus weer shoppen en schulden maken. (VS’ afhankelijkheid van buitenlandse olie neemt snel toe. In 2006 moest ze al 60 procent van haar consumptie invoeren.)
De VS heeft een heel arsenaal aan trucjes en foefjes om de dollarkoers in stand te houden. In tijden dat het dollargebruik op de wereld toeneemt, kan de VS de dollarkoers op laten lopen, door niet meteen te reageren op de toegenomen vraag. De VS kan meer dollars in omloop brengen als de koers te veel stijgt. Ze kan zelf dollars terugkopen, wanneer de vraag afneemt. Bijvoorbeeld door waardepapieren te verkopen, zoals staatsleningen. Daar zitten voor de VS dan wel kosten aan verbonden: de rente. Al die rentes bij elkaar opgeteld zijn nu al zo hoog, dat er telkens nieuwe leningen afgesloten moeten worden om ze te betalen. De schuld van de VS stijgt steeds sneller.
3. Failliet en toch doorgaan
8.700.000.000.000 dollar (Februari 2007)
Op
babylontoday.com kun je de laatste stand zien en zien hoeveel er elke seconde bijkomt… 45 % hiervan komt van buitenlandse geldschieters. De buitenlandse schuld van de VS is nu zo hoog, dat deze niet meer ingelost kan worden. De VS is failliet.
Desondanks worden nog gewoon dollars verhandeld. Voor de aankoop van olie en gas zijn ze immers nog steeds nodig. En misleid door de ogenschijnlijk gezonde dollarkoers, gaat de wereldhandel gewoon door met zaken doen in dollars. Business as usual?
Volgens de gebruikelijke logica van de economie zou een lagere dollar koers moeten leiden tot meer exporten uit de VS en minder importen van de VS. Buitenlandse importeurs kunnen er immers goedkoper inkopen doen. Zolang buitenlandse exporteurs echter gek genoeg zijn om dollars te accepteren, vindt de VS het totaal geen probleem wat meer van die groene schuldbriefjes uit te geven. Wat meer dollars betalen voor Chinese sokken en elektronica uit Japan? Geen probleem. De VS laat haar importen en haar buitenlandse schuld gewoon nog wat harder stijgen. Meer dollars voor eenzelfde product betekent inflatie. En één procent inflatie betekent tegelijkertijd dat de reeds bestaande buitenlandse schuld weer 1 procent minder waard is. De VS heeft er dus totaal geen belang bij om de importen te remmen.
In de oliehandel heeft een
daling van de dollarkoers
meestal wel een logisch
gevolg. Olie-exporteurs
zullen, op de lange termijn,
geen genoegen nemen met een
lagere opbrengst. Als de
dollarkoers met 10 procent
daalt, zullen vrijwel zeker
de olieprijzen met minimaal
10 procent stijgen, zodat de
opbrengst van de olie op z’n
minst gelijk blijft.
Als je geen dollars
meer nodig hebt om olie te
kopen…
Wanneer dollars niet langer
nodig zijn voor de aankopen
van olie, dan heeft de rest
van de wereld er geen
voordeel bij de dollar nog
te gebruiken. Alleen
nadelen. De dollar
vertegenwoordigd geen goud
meer en de gigantische
buitenlandse schuld zal tot
de logische consequentie
leiden: de dollar zal in
elkaar klappen. En wanneer
buitenlanders geen dollars
meer aannemen, kan de VS ook
geen dollars meer drukken om
op kosten van de rest van de
wereld te gaan shoppen. Ze
zou haar dure leger niet
meer kunnen betalen. Ze zou
haar invloed kwijt raken.
Oplossen van de
schuld
Het kelderen van de dollar
zal voor de VS wel een
miraculeuze bijwerking
hebben. Wanneer de dollars
niets meer waard zijn, dan
is ook de buitenlandse
schuld opgelost. Die bestaat
namelijk uit dollars die in
het buitenland vertoeven. In
het uiterste geval worden
die net zoveel waard als oud
papier. Helaas gaat het
kelderen van de dollar ook
gepaard met het
faillissement van banken,
bedrijven en internationale
organisaties, die hun lot
aan de dollar gekoppeld
hebben.
Dollarreserves Japan en
China
Een belangrijke groep
dollaropkopers wordt
gevormd door de centrale
banken van verschillende
landen. Centrale banken
houden strategische reserves
aan. Dat zijn reserves
buitenlands geld, waarmee ze
hun eigen muntsoort op
kunnen kopen, als daarvan
grote hoeveelheden op de
wisselmarkt aangeboden
worden. Zo kunnen ze
voorkomen, dat de koers van
hun eigen valuta onderuit
gehaald wordt. Die reserves
worden bij voorkeur
aangehouden in de best
geaccepteerde muntsoort ter
wereld, tot nu toe dus de
dollar. Maar in China en
Japan, maar ook Taiwan en
Zuid-Korea zijn de
dollarreserves gestegen tot
ver boven de strategisch
noodzakelijke hoeveelheid.
[6]
Dat is niet omdat die
centrale banken zo graag
dollars oppotten. In
tegendeel. Die landen
exporteren veel en hierdoor
stromen massa’s dollars
binnen. Die moeten
ingewisseld worden tegen
lokaal geld om de arbeiders
en grondstoffen te betalen.
Wanneer de vraag naar lokaal
geld de koers ervan zou
opdrijven, worden de
producten voor het
buitenland duurder. Dus, om
de export niet in gevaar te
brengen, proberen de
centrale banken de koers
stabiel te houden. En daarom
kopen zij massaal de dollars
op en voorkomen op die
manier, dat de koers van de
eigen valuta stijgt.
Voor die landen is dat een
groot probleem. Voor al die
opgepotte dollars brengen de
centrale banken lokaal geld
in omloop. Dus, in feite,
krijgen de arbeiders
inflatie ter vergoeding van
hun geëxporteerde producten.
[7]
Zo hebben ze al voor vele
maanden grondstoffen en
arbeid voor niets
geëxporteerd. Bij de
centrale banken leveren die
dollars nauwelijks iets op.
Ze kunnen omgewisseld worden
in obligaties of
schatkistpapieren van de VS
en een beetje rente
opbrengen. Maar ook die
rente is een sigaar uit
eigen doos. De rente wordt
door de VS simpelweg betaald
uit een toename van de
buitenlandse schuld.
Ondertussen is de waarde van
die opgepotte dollars
onderhevig aan de
koersschommelingen van de
dollar. En met de
gigantische buitenlandse
schuld van de VS kan de
dollar ook nog eens elk
moment in elkaar klappen.
Die centrale banken zitten
dus bekneld tussen de
noodzaak die dollarreserves
af te bouwen, de noodzaak
dollars in te kopen om de
koers van hun lokale valuta
in toom te houden en
eventueel ook nog eens
dollars op te kopen, wanneer
de koers van de dollar op de
wereldmarkt onderuit dreigt
te gaan. Ondertussen laat de
VS haar buitenlandse schuld
steeds sneller stijgen. Hoe
lang kan dat nog goed gaan?
Tegelijkertijd vinden
experts van de Asian
Development Bank, dat de
dollarkoers 30 tot 40
procent zou moeten dalen!
[8] Bij een dergelijke
daling is het risico groot,
dat veel banken en bedrijven
hun dollars zo snel mogelijk
willen verkopen en ook de
centrale banken de totale
val van de dollar niet meer
willen of kunnen
tegenhouden. Wie het eerst
zijn dollars verkoopt heeft
geluk, wie het langst wacht
heeft pech.
5. Gecamoufleerde
conflicten
Om de permanente vraag naar
dollars in stand te houden,
moet de olieverkoop in
dollars blijven. Daarom
probeert de VS zo veel
mogelijk invloed te houden,
zowel op de oliemarkt, als
bij de lokale machthebbers.
Op die manier stelt zij
tegelijkertijd haar
olietoevoer veilig. Verder
zijn er bij de lokale
machthebbers lucratieve
contracten te behalen,
waarmee zo veel mogelijk
beslag gelegd wordt op de
winsten uit de oliewinning.
Angst wint altijd
van verstand
Maar wanneer lokale
machthebbers hun olie niet
meer in dollars willen
verkopen, dan heeft de VS
een probleem. De
VS-president zal dan echter
niet uitleggen hoe
afhankelijk de VS is van de
vraag naar dollars. Het
conflict wordt dus altijd
gecamoufleerd. Daarvoor
wordt steevast een
emotioneel thema gekozen.
Vroeger was dat het gevaar
voor de communisten, nu is
dat het gevaar voor
terroristen,
fundamentalisten en andere
populaire schrikbeelden,
zoals “de vijand heeft
massavernietigingswapens”
of “de vijand probeert
kernwapens te maken.” Dat
er, rationeel, geen enkel
bewijs is, is niet van
belang. De emoties hebben
altijd de overhand. Zelfs
het feit, dat de
beschuldigingen omgedraaid
kunnen worden en dan wel
bewijsbaar zijn, valt
nauwelijks iemand op: de VS
heeft
massavernietigingswapens
heeft ze al gebruikt; de VS
heeft atoombommen, en heeft
ze al gebruikt en er in 2006
zelfs nog mee gedreigd… Maar
nogmaals, op het moment dat
beschuldigingen emotioneel
geladen zijn, schakelt de
mens de ratio uit. De ratio
is geen argument meer om de
vrede te bewaren. Het
theater draait alleen nog
maar om de gelanceerde
beschuldigingen. En omdat
vervolgens alleen nog maar
specialisten van
massavernietigingswapens en
kernwapens aan het woord
komen, komt bijna niemand er
achter waar het echt om
draait.
Venezuela
In Venezuela probeert de VS
sinds vele jaren president
Chavez neer te halen met de
smoes, dat hij een
gevaarlijke communist is.
Chavez heeft de
olie-industrie
genationaliseerd en
exporteert een deel van zijn
olie in ruilhandel, zoals
bijvoorbeeld olie tegen
medische zorg uit Cuba. Bij
ruilhandel zijn geen dollars
nodig en kan de VS niet
profiteren.
Irak
Tot 1990 onderhield de VS
lucratieve handelscontacten
met Saddam Hussein. Saddam
was een goede bondgenoot,
die in 1980 nog gepoogd had
om het personeel van de
VS-ambassade in Teheran te
bevrijden. In 1989
beschuldigde Saddam Koeweit,
dat zij de oliemarkt
overspoelde en zo de prijzen
deed dalen. In 1990
probeerde Saddam Kuweit te
annexeren. Dat leidde tot
een onmiddellijke ommezwaai
in de houding van de VS. Met
de annexatie van Koeweit zou
Saddam zeggenschap hebben
over 20 procent van de
wereld olie reserves. De
Irakezen werden door de VS,
samen met een alliantie van
134 landen, uit Koeweit
verjaagd en met een
VN-embargo bijna tien jaar
op water en brood gezet.
Hoewel de VS al langer zinde
op een manier haar invloed
in Irak te herstellen, zou
Saddam’s overstap op de
euro, 6 november 2000 [9],
de oorlog onvermijdelijk
maken. De dollar zakte weg
en in juli 2002 werd de
situatie zo kritisch, dat
het IMF waarschuwde, dat de
dollar in elkaar dreigde te
klappen. [10] Enkele dagen
later werden op Downing
Street de aanvalsplannen
besproken. [11] Cheney
verkondigde een maand later,
dat het nu zeker was, dat
Irak massa
vernietigingswapens had.
[12] Met die smoes viel de
VS 19 maart 2003 het land
binnen. De VS draaide op 5
juni 2003 de Iraakse
oliehandel weer terug in
dollars. [13]
Iran
Met Iran is de VS al in
conflict sinds zij in 1979
hun invloed over de Iraanse
oliewinning verloor. Volgens
de VS is Iran een land van
gevaarlijke
fundamentalisten.
De geografische positie van
Iran, tussen de Kaspische
Zee en de Indische Oceaan,
bemoeilijkt de ambities van
de VS om de rijke olie- en
gasreserves aan de
Oostzijde van de Kaspische
Zee te exploiteren. Om deze
olie en dit gas te
transporteren zonder door
Rusland of Iran te gaan,
moeten pijpleidingen door
Afghanistan aangelegd
worden. Dat project heeft
inmiddels tot de bezetting
van Afghanistan en de
installatie van een stroman
geleid, die nog voordat hij
democratisch gekozen was de
contracten met de VS
tekende. Sinds het begin van
het pijpleidingen project
heeft de VS meerdere
aanvaringen met Iran gehad,
waar concurrerende
pijpleidingen aangelegd
werden.[14]
In 1999 gaf Iran openlijk te
kennen, dat het euro's voor
haar olie wilde gaan
accepteren. Iran verkoopt 30
procent van haar olie
productie aan Europa, de
rest hoofdzakelijk aan India
en China en geen druppel aan
de VS, als gevolg van een
handelsembargo, dat de VS
zelf heeft ingesteld.
Ondanks Bush dreigende taal,
die Iran in zijn fameuze "as
van het kwaad" noemde, begon
Iran in het voorjaar van
2003 haar olie in euro’s te
verkopen.
Vervolgens wilde Iran ook
een eigen oliebeurs
oprichten, onafhankelijk van
de IPE en NYMEX. Die zou 20
maart 2006 van start gaan.
Gezien de zwakte van de
dollar in die periode, had
succes van deze beurs tot
rampspoed van de dollar en
dus van de VS kunnen leiden.
Begin 2006 liepen de
spanningen dan ook zeer hoog
op. [15]
Uiteindelijk werd de opening
van de beurs uitgesteld.
President Poetin heeft kort
daarop zo snel mogelijk een
beurs in Rusland geopend,
waardoor de Iraanse beurs
haar belang verloor. [16]
[17] [18]
De VS beschuldigd Iran er nu
van kernwapens te willen
maken. Dat is niet nieuw.
Iran en andere Arabische
landen voelen zich bedreigd
door het kernwapenarsenaal
van Israel, dat geen lid is
van het
Non-proliferatieverdrag. In
1981 heeft Israel de bijna
voltooide centrale in
Osirak, in Irak
gebombardeerd. Sindsdien
overwegen meerdere landen
kernwapens te verkrijgen om
de Israëlische dreiging het
hoofd te bieden.
Het lijkt misschien vreemd,
dat een land, dat over olie
beschikt, kernenergie wil.
Iran exporteert olie, maar
importeert geraffineerde
olieproducten. Deze zijn
nodig voor verlichting,
verwarming, transport en
industrie van de groeiende
bevolking. Voor veel
Iraniërs zou de echte prijs
van deze producten te hoog
zijn. Daarom worden ze
goedkoop verkocht, met
verlies voor de Iraanse
schatkist. De overstap op
electriciteit moet voorzien
in betaalbare energie voor
het hele land. Iran heeft de
opbrengsten van haar
olie-exporten nodig voor het
bekostigen van de import van
veel andere producten die
het land nodig heeft. Daarom
raffineert en consumeert
Iran haar olie niet zelf.
Het bombarderen van
centrales lijkt een
interessant doel voor de
tegenstanders van Iran. Als
Iran niet over kernenergie
kan beschikken, zou het
moeten besluiten haar olie
te consumeren, in plaats van
deze in euro's te verkopen.
Onlangs waarschuwde het
hoofd van de IAEA nog, de
Iraanse installaties niet
aan te vallen. [19]
Nu is er een magistraal plan
bedacht om, met Iran als
smoes, samen met de andere
kernwapen landen plus Japan
en Duitsland, de wereldmarkt
voor brandstof voor
kerncentrales in te pikken.
Alle niet-kernwapen landen
worden zo enorm afhankelijk
gemaakt van de kernwapen
landen. Verder zou met dit
plan de vraag naar dollars,
ook na het olietijdperk,
voor lange tijd verzekerd
zijn. [20]
Russia
Sinds 2006 heeft ook Rusland
de dollar de rug toegekeerd.
[18] Door het
dollar-overschot aan
centrale banken te verkopen,
heeft Poetin er voor
gezorgd, dat dit geen
directe gevolgen had voor de
dollarkoers. De basis voor
de wereldwijde vraag naar
dollars is er echter wel
flink door afgenomen. De VS
heeft Rusland nodig voor
haar plannen de
brandstofmarkt in te nemen,
dus een wraakactie van de VS
is onwaarschijnlijk. [20]
6. Hoe steel je olie-reserves?
Er is nog een ander aspect
aan het misbruik van de
dollar. Tijdens de
demonstraties tegen de
VS-invasie van Irak, hadden
de meeste demonstranten wel
door, dat het niet om
massavernietigingswapens
ging. Irak heeft ’s werelds
op één na grootste
oliereserves. Sommige
demonstranten meenden, dat
het de VS om de Iraakse olie
te doen was. Ook dat is
juist. Maar hoe kun je nu
oliereserves stelen, die in
de grond zitten en zo groot
zijn, dat je die niet mee
kunt nemen?
Dat doe je dus met valuta.
Door te bepalen, dat die
olie alleen maar in dollars
mag worden verkocht, wordt
de VS in één klap eigenaar
van deze olie. De VS is de
enige, die het recht heeft
dollars te drukken en kan
dus te allen tijde vrij over
deze olie beschikken. Andere
landen die olie in Irak
willen kopen, moeten eerst
dollars kopen. In feite
betalen zij op dat moment
hun olie aan de VS. De
dollars die zij kopen, zijn
afhaalrechten voor een
bepaalde hoeveelheid olie.
(Net als bij Ikea, wanneer
je een meubelstuk koopt.
Eerst betaal je aan de kassa
en krijg je een
afhaalbewijsje. Daarmee kun
je vervolgens het meubelstuk
afhalen.) Dollars zijn dus
afhaalbewijsjes voor olie.
En omdat iedereen olie nodig
heeft, wil iedereen die
afhaalbewijsjes wel hebben.
Saddam’s overstap op de euro
begin november 2000 was dus
niet alleen een aanval op de
wisselkoers van de dollar,
maar hield tevens in, dat de
VS niet meer vrij kon
beschikken over ’s werelds
op een na grootste
oliereserve. De VS zou euros
moeten kopen om er over te
kunnen beschikken. Sinds het
terugdraaien van de Iraakse
oliehandel in dollars op 5
juni 2003 [21] heeft de VS
in financieel opzicht dus
weer de vrije beschikking
over de Iraakse olie. Nu is
het zaak een
stroman-regering te
installeren en te voorkomen,
dat de Iraakse oliehandel
opnieuw de dollar de rug toe
keert. Dat is makkelijker
gezegd dan gedaan. [13]
Dollar-economie
De dollar-economie beperkt
zich niet tot de
landsgrenzen van de VS. Niet
alleen de in dollars
gelabelde oliereserves
behoren tot de
dollar-economie. Ook met
dollars betaalde bedrijven,
banken en investeringen,
waar ook ter wereld, maken
deel uit van de
dollar-economie. Het zijn
als het ware kleine
eilandjes van de dollar
economie. Winsten en
dividenden vloeien terug
naar de eigenaren. Verder
wordt de waarde van de
investeringen beïnvloed door
de wisselkoers van de
dollar. Olieverkopers, die
hun opbrengst in dollars
ontvangen, zijn acteurs in
de dollar-economie en
gedragen zich doorgaans als
perfecte vertegenwoordigers
van de belangen van de VS.
Dat beschouwen zij immers
als eigen belang.
7. Euro versus
dollar
Sinds januari 1993 wordt de
euro genoteerd. In juni 2005
is de koers hetzelfde als
bij de introductie $ 1,22.
De nieuwe munt heeft in z’n
korte leven al heel wat
koersschommelingen
meegemaakt. Vanaf eind 1998
zakte de euro steeds verder
weg, tot Sadam Hussein in
november 2000 overstapte op
de euro. Hoewel dat in juni
2003 weer teruggedraaid
werd, ging de opmars van de
euro door. Iran is in het
voorjaar van 2003 begonnen
olie in euros te verkopen.
De euro heeft zich nu tot
een kleine wereldvaluta
ontwikkeld. Tussen juli 2004
en juli 2005 is het aandeel
van de dollar in de
wereldhandel gedaald van 70
% naar 64 %. Iets minder dan
de helft van die 64 %
betreft het aandeel van de
VS in de wereldhandel. Als
de euro zich wil ontwikkelen
tot een even machtige valuta
als de dollar, is er nog
werk aan de winkel.
Euro dezelfde
nadelen als dollar
De euro kent dezelfde
risico’s als de dollar.
Zolang er een permanente
motor zou zijn voor de vraag
naar euro’s, zoals
bijvoorbeeld olieverkopen in
euro’s, kan de eurozone
schulden maken en die
eindeloos laten groeien.
Om zulke schulden te
voorkomen zou de eurozone
dezelfde hoeveelheid
buitenlandse valuta’s in de
kluis van haar centrale bank
moeten opslaan, als dat er
euro’s buiten Europa zijn.
Waarom zou ze? Voor de VS
werkt de krediet-truc nu al
30 jaar!
Als olie producerende landen
hun olie in twee of drie
valuta’s zouden verhandelen,
zoals al overwogen is,
betekent dit slechts, dat de
drie betrokken landen
dezelfde truc uit kunnen
halen als de VS nu doet. Op
de lange termijn zou het de
problemen met drie
vermenigvuldigen. De enige
oplossing voor dit probleem
is dat olie producerende
landen alle op de markt
zijnde valuta’s accepteert.
Teheran heeft al overwogen
meerdere valuta te
accepteren en niet alleen de
euro. Stapje voor stapje.
8.
Groene kankercellen
Het feit, dat de VS de
“buitenlandse schuld” alleen
maar op laat lopen en zelfs
militaire middelen inzet om
deze permanente uitbuiting
door te drijven, maakt dat
we hier niet meer van een
gewone buitenlandse schuld
kunnen spreken, zoals we die
in het handelsverkeer tussen
de andere landen van de
wereld kennen. Bij de VS is
sprake van roof. Je kunt het
ook oplichterij noemen of
een imperialistische
belasting, die de VS de
dollargebruikers oplegt.
Maar er is meer.
Elk dollarbriefje is een
schuldbekentenis van de VS,
dat ze er ooit iets voor
terug zullen leveren. Door
de gigantische hoeveelheid
schuldbekentenissen die in
omloop zijn gebracht, is de
VS al lang niet meer in
staat haar schulden in te
lossen. Zij is failliet. Het
is alleen nog de dollarkoers
die de schijn ophoudt, dat
er niets aan de hand is. De
verplichting olie en gas in
dollars te betalen houdt een
permanente vraag gaande. De
koers wordt echter
kunstmatig in stand
gehouden, zoals door het
oppotten van dollars in de
centrale banken van China,
Japan, Taiwan en andere
landen. Omdat dit een
verarming van die landen
betekent en de VS steeds
sneller haar buitenlandse
schuld vergroot, komt er een
punt, dat deze centrale
banken moeten stoppen met
oppotten. De vraag is dus
niet OF de dollar in elkaar
klapt, maar WANNEER.
Omdat de wereld misleid
wordt door de ogenschijnlijk
gezonde wisselkoers van de
dollar, accepteren nog velen
deze schuldbriefjes, die
zich als groene kankercellen
in alle economieën van de
wereld nestelen. De uitkomst
is onontkoombaar. Alle
geïnfecteerde economieën
zullen meegesleurd worden op
de dag dat de vraag naar
dollars inzakt en het
VS-imperium in elkaar klapt.
[1]
Behalve
olie-importen uit Irak
tussen 6 november 2000 en 5
juni 2003, uit Iran sinds
2003 en uit Rusland sinds 8
juni 2006.
[2]
Dollars drukken
is bij wijze van spreken. De
meeste dollars bestaan
slechts als cijfertjes op
bankrekeningen.
|