Door Willibrord Verkerk.
Bij de begrotingsbehandeling van Verkeer en Waterstaat heb ik mij, namens AOV en Unie 55+,
de tolk gemaakt van de drie miljoen Nederlanders die nooit auto rijden. Ouderen en bejaarden
zijn het, mensen die moeilijk ter been zijn, gehandicapten, blinden, kinderen onder de
achttien jaar. De fout van vele automobilisten is, dat ze vergeten dat ze zelf voetganger zijn.
We lopen allemaal wel eens. Als er al een gemiddelde Nederlander bestaat, dan verplaatst die
zich per jaar zestienhonderd keer te voet en maar 620 keer per auto.
Plaats en bescherming van de voetganger
In het recente advies van de Raad voor Verkeer en Waterstaat over "Voetgangers in het verkeer
en vervoer" kan men lezen dat 35 % van ons allen gaat lopen als de afstand tot ons doel minder
dan 2500 meter bedraagt. Veertig procent neemt de fiets en 23 % de auto voor zo'n klein stukje.
Kortom: we mogen best wat meer stilstaan bij onszelf als voetganger. Ik verwijs naar Prof.
Asmussen en zijn bekende, recent gepubliceerde rapport over "de nieuwe norm-mens". Volgens
professor Asmussen worden veel verkeerssystemen ontworpen door mannen van middelbare leeftijd.
Hun "norm-mens" is een optimaal fit mens tussen de 20 en de 55 jaar. Vijf miljoen Nederlanders
voldoen niet aan die normmens. Asmussen pleit voor een nieuwe norm-mens en voor een openbare
ruimte die daarmee rekening houdt. Met een mens die zijn fysieke en geestelijke beperking heeft.
Verkeers- en vervoerssystemen moeten daaraan worden aangepast.
Er is iets mis met de verkeerslichten
Wettelijk is niet meer vastgelegd dan dat gewoon groen licht en knipperend groen zijn afgestemd
op de lengte van de oversteekplaats. De voetgangerssnelheid wordt bepaald op maximaal een meter
en twintig centimeter per seconde. Dat is een voetstap van vier stoeptegels groot. Dat heet
marstempo. Mij is gebleken dat dit maximum door tal van gemeenten als normale stap wordt genomen.
Maar er zijn ook andere. In Schiedam bijvoorbeeld wordt één meter per seconde genomen dat is een
voetstap van ruim drie stoeptegels. Dit heet in het jargon flink wandeltempo. In de meeste
gemeentelijke verkeerscirculatieplannen staat geen woord over de voetgangerslichten.
"Voor de rijkswegen is ook de "ontruimingstijd" voor voetgangers gesteld op 1,20 meter per seconde,
dus het marstempo. Ouderen, bejaarden, minder validen en gehandicapten, maar ook moeders met
kinder- of wandelwagens moeten dus met een snelheid die ligt tussen marstempo en flink wandeltempo
oversteken. AOV en Unie 55+ pleiten voor een veel lager aantal meters in de wet, namelijk 0,6 'n/sec,
à 0,8 meter wat wordt genoemd wandeltempo. vergeet U niet dat dit nog altijd voetstappen
zijn zo breed als twee trottoirtegels! Tilburg hanteert bij verzorgings- en ouderencentra voor
oversteken een voetgangerssnelheid van 0,8 meter per seconde. Een voorbeeld van een jets beter
aangepaste snelheid. Maar het is niet goed genoeg De minister heeft mij toegezegd onderzoek te
laten doen naar de effecten van de nu bij veel gemeenten toegepaste oversteeksnelheden.
Na veel gedraal is minister Jorritsma onlangs met haar 'onderzoek" gekomen. Dat komt neer
op het tellen van de seconden die iemand heeft om over te steken. Geen onderzoek of opzet
voor een onderzoek. In de vaste Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat hebben we nu
besloten dat haar "dunne" antwoord wordt betrokken bij een overleg over verkeersveiligheid.
Ondertussen ga ik zelf een al begonnen onderzoek uitbreiden. Misschien komt er uiteindelijk
wel een voorstel tot wijziging van de betreffende regeling uit.
Overwegen
Veilig Verkeer Nederland heeft een probleem met NS. De NS blijken de tijd in te korten tussen
de sluiting van overwegbomen en het moment dat een trein passeert. De praktijk wordt,
volgens Veilig Verkeer Nederland, vijf of zes seconden (VVN), terwijl de NS zelf als norm
hebben acht seconden. Volgens VVN zijn door deze handelwijze op de overweg bij Naarden
twee doden gevallen. Minister Jorritsma heeft mij beloofd dit jaar een onderzoek bij de
overwegen te laten verrichten door de Rijksverkeersinspectie.
|