Met de verkiezingen voor gemeenteraden en Tweede Kamer langzaam in zicht (maart en mei
1997) wordt hard gewerkt aan het aanbieden en vragen van belangstellenden voor de
kandidatenlijsten. Op sommige plaatsen wordt al geruime tijd samengewerkt tussen AOV en
Unie 55+. Dat heeft wellicht als voordeel dat er uit een wat breder samengesteld ensemble van
kandidaten kan worden gekozen. Samenwerking kan ook leiden tot meer creativiteit bij de
beoordeling van gegadigden. Zo kan men kwaliteit en eerlijkheid bij keuzecommissies en
kandidaten toepassen om te zijner tijd de kiezers met open vizier tegemoet te kunnen treden.
Voor beginnende partijen als het AOV is het van belang de juiste mensen te vinden onder een
betrekkelijke kleine groep leden. Dat geldt voor besturen en voor de kandidaat politici. Voor
een partij is het hoogstnoodzakelijk dat bestuurders een behoorlijk aantal jaren hun zelf
gekozen functie vervullen. Juist om de partij-opbouw te verzorgen. Zittende politici hebben
ook de plicht om op hun plek zo goed en 20 lang mogelijk te werken. De samenwerking tussen
de gekozenen krijgt trouwens meer gestalte. Er zijn wat dat betreft interessante ontwikkelingen
gaande. Ik denk bijvoorbeeld aan het overleg van alle Zeeuwse en Noord-Brabantse
gekozenen, waaraan ik namens de Tweede Kamerfractie deelneem. Maar er groeien ook
bilaterale contacten tussen bijvoorbeeld "Den Haag" en bepaalde regio's. Zo groeit een stukje
gezamenlijke politieke ervaring. De ervaring die zo door een gekozen AOV'er is en wordt
opgedaan is van levensbelang voor de ontwikkeling van zijn of haar nog zelfstandige ouderenpartij. Voor een kandidatuur bij raads- en Kamerverkiezingen in de allereerste plaats. Maar
ook voor advies aan nieuw gekozenen, voor bestuursfuncties of wat dan ook binnen het
komend AOV/ Unie 55+. Ervaring in de politieke arena dient dus voorop te staan bij keuze
van toekomstige kandidaten. En hun ervaring is ook elders in een partij "goud" waard, na
"gedane arbeid". Het zijn allemaal zaken die kunnen en moeten groeien. Soms echter lijken
sommigen in hun ijver wel eens deze zaken in de verkeerde volgorde te zetten.
Willibrord Verkerk Fractievoorzitter
AOV NIEUWS
Uitgave en copyright AOV-fractie in de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Vijfde aflevering (juni 1997)
Japanse belangstelling voor ouderenpartijen in Tweede Kamer
In Japan met zijn 150 miljoen inwoners bestaat grote belangstelling voor het ontstaan en
functioneren van de ouderenpartijen in ons land. In het jaar 2000 is een op de vijf Japanners
60 jaar of ouder. De problemen worden dezelfde als in Europa. Najaar 1996 kwam een tv-ploeg van de Japanse staatstelevisie NHK, vergelijkbaar met de BBC, naar Nederland om
opnamen te maken voor een documentaire. De documentaire van + 45 minuten is op 23
oktober 1996 uitgezonden. Het aantal kijklustigen beliep enkele miljoenen personen.
Men maakte na een zeer gedegen schriftelijke voorbereiding via vragenlijsten en aan een tolk
toegezonden informatiemateriaal tal van filmopnamen. Er werden ook historische foto 5 in de
documentaire verwerkt. Men ziet o.m. Martin Batenburg, leden van de fracties in de
Eindhovense gemeenteraad en de Staten van Brabant, opnamen van alle ouderenfracties in de
Kamer en van hun fractievoorzitters. De videoband die wij uit Japan ontvingen is getoond op
de middag in Den Haag over leeftijdsdiscriminatie. Wie de documentaire eens wil zien - ook
zonder Japanse tekst is zij uitermate eerlijk en boeiend - kan bellen met de AOV-fractie (070-3182934).
De Japanse tv-documentaire vormde in mei jl. regelrechte aanleiding voor een gezelschap
functionarissen van Japanse goederenorganisaties voor een bezoek aan de Tweede Kamer. De
ontvangst vond bij afwezigheid van de heren Leerkes en Van Wingerden namens de AOV-fractie en de
Unie 55+-fractie plaats door Willibrord Verkerk, fractievoorzitter van het AOV. Namens de
partijen was aanwezig Auke Cloo uit Ede, redacteur van het blad Unievizier. Uit de vragen van
de Japanse gasten bleek hun grote belangstelling voor de politieke ouderenbeweging in
Nederland en elders in Europa. Ook de relatie met de bonden van ouderen (ANBO, KBO,
PCBO) kwam deze middag ter sprake. Auke Cloo vooral kon diverse vragen, van AOW tot
het Internationaal Ouderenjaar, bevredigend beantwoorden. W. Verkerk vertelde de Japanse
reizigers een en ander over het ontstaan van de ouderenpartijen in ons land en van het werk
van de partijen, van de Kamerfracties en de werkzaamheden in Provinciale Staten en
gemeenteraden.
Onder de groep Japanse gasten bevond zich de vice-voorzitter van de Japanse Unie van
Gepensioneerden, de enige vakbond voor ouderen, opgericht in 1989. Japan toont ook op
andere wijze z'n interesse in Europa. Najaar 1996 hield het NIPO, Marktonderzoekinstituut,
een enquête onder politieke leiders in ons land. Doel was een opinieonderzoek over Japan in
opdracht van de Japanse Ambassade.
W.J. Verkerk
WETGEVING VOOR OVERLEG
HUURDERS-VERHUURDERS IN DE STARTBLOKKEN
In Schiedam en eigenlijk de hele Waterweg kunnen ze er nu ook over meepraten: een goed
geregelde overlegprocedure van huurders en verhuurders is noodzakelijk om pijnlijke en vooral
onvoorziene beslissingen op het vlak van het woonwezen tegen te gaan. Bij de behandeling van
het voorstel van wet over de relatie huurder/verhuurder (initiatief Duivesteijn), dat nu ter
bespreking bij de Tweede Kamer ligt, toonde ik mij dan ook verontrust over de moeilijke
positie waarin huurders gemanoeuvreerd worden wanneer aan hen essentiële beslissingen worden voorgelegd, genomen zonder deugdelijk overleg.
Waar in Schiedam 500 hoofdbewoners door hun woningbouwcorporatie Noordvest voor een voldongen feit werden gezet omdat deze haar belegambities vóór alle andere (meer sociale) taken stelt, zijn er toch ook goed werkende huurdersorganisaties actief die effectief een vinger in de pap te brokken hebben. Ik leg er dan ook de nadruk op dat het voorstel van wet niet mag leiden tot een teniet doen van deze positieve ontwikkelingen. Maar waar het fout loopt mag de overheid, die toch
een grondwettelijke plicht heeft ten aanzien van ons wonen, haar handen niet wassen in onschuld.
Huurders moeten op een wettelijke regeling kunnen terugvallen als en daar waar het nodig is.
Bij de besprekingen in de Tweede Kamer is hierop ingegaan. Deze hoognodige regeling mag
nu niet verder op de lange baan worden geschoven. Nederland telt meer dan 3 miljoen hurende
huishoudens. Het belang van een goede regeling van overleg tussen huurders en verhuurders
(vooral ook de particuliere verhuurders) terzake ligt dan ook voor de hand.
Willibrord Verkerk
Speech Prof. Smalhout over leeftijdsdiscriminatie
Prof. Dr. B. Smalhout, anesthesioloog, hield 11 december 1996 in het gebouw van de Tweede Kamer een inspirerende speech over discriminatie en de cesuur bij bet bereiken van de 65-jarige leeftijd. Hij deed dat voor de Kamerleden, leden van Provinciale staten~ gemeenteraden, medewerkers van de
kamerfracties alsmede een aantal bestuursleden van AOV en Unie 55+. Het was voor het eerst dat AOV- en Unie gekozenen uitgenodigd waren voor een besloten discussiebijeenkomst, georganiseerd door de AOV- en Unie-fractie in de Tweede Kamer. De fracties besloten in september 1996 te gaan samenwerken.
Het onderwerp leeftijdsdiscriminatie is nu ook op de "politieke agenda" van AOV en Unie
gezet. Op veler verzoek plaatsen wij in bet fractieblad een samenvatting van professor
Smalhouts lezing. Fractievoorzitter Willibrord Verkerk van bet AOV verwelkomde bet gezelschap met een
inleidend woord over bet historische moment en de historische plaats waarop deze bijeenkomst
plaatsvond, namelijk het 3-jarig bestaan van bet AOV en het paleisje van stadhouder Prins
Willem V. (De Unie 55+ werd overigens eerder opgericht dan 't AOV.)
Professor Smalbout begon zijn betoog met de woorden dat Nederland bijzonder -vooruitstrevend is wat betreft strijd tegen discriminatie. Wij hebben zelfs de ter positieve discriminatie uitgevonden. Positieve discriminatie kan net zo erg zijn als negatieve discriminatie. Leeftijdsdiscriminatie ontstaat bij de 65-jarige cesuur: de leeftijd waarop je verplicht met pensioen moet. Pensioenrecht bestaat niet, aldus prof. Smalhout, maar pensioenterreur. Als iets verplicht wordt dan is het geen recht meer, zo motiveerde hij.
In de Bijbel komt duidelijk bet respect voor leeftijd naar voren. Noach, Mozes en anderen
kregen belangrijke opdrachten op hoge leeftijd Naar mate de tijd vorderde kwamen er bezwaren naar voren verbonden aan hoge leeftijd. In de Psalmen b.v. staat (nr. 71): "Verwerp mij niet ten tijde van ouderdom en vergeet mij niet nu mijn kracht mij vergaat". In de 19e eeuw begon men pas voor bet eerst serieus na te denken over de sociale consequenties van een hogere leeftijd: de arbeidende klasse had geen reserve voor de latere leeftijd zodat de eerste pensioenfondsen werden. Men schetste haar soms als oude en verminkte werklieden.
3,5 Miljoen: Grootste partij
Begin deze eeuw waren er + 240.000 ouderen boven de 65 jaar. Tegenwoordig is door betere
sociale en medische zorg, voeding en sociale maatregelen de gemiddelde leeftijd veel hoger
geworden, maar blijven ouderen ook langer jong en actief. 13% van de bevolking is momenteel
65 jaar of ouder en dat komt neer op ruim twee miljoen mensen. Met de 55 plussers erbij komt
dat neer op ruim 3 1/2 miljoen mensen. Rond de komende eeuwwisseling stijgt het aantal tot 4
1/2 miljoen. Wanneer al deze mensen zich verenigen in een partij, dan kan dat de grootste
partij aller tijden worden! Aldus prof. Smalhout
Deze ouderen hebben meer dan 120 miljard te besteden, hun macht is enorm, economisch gezien. Deze nieuwe klasse ouderen worden ook wel "weps" genoemd: welgestelde positieve senioren. Zij stellen vaak hoge eisen aan hun leefwijze. Een deel van de bevolking lijdt echter door vervroegde vorm van pensionering en VUT ernstige sociale schade. Aanpassingsproblemen, verlies van sociale netwerken, identiteitsverlies, sociale integratiemoeilijkheden, verlies van sociale status, verlies van inkomen, het komt allemaal voor. Hierdoor merkt men dat werk voor de mens een intrinsieke
waarde heeft: het geeft hem een bepaalde identiteit.
Prof. Smalhout beschrijft een drietal fasen waardoor ouderen worden gediscrimineerd in de samenleving. Inferieurisatie: ouderen kunnen niet meer mee doen, segregatie: uitstoting uit de gemeenschap van de werkende mensen, apartheid en protectie: bescherming, speciale aardige voorzieningen zoals seniorenkaart, 65+ kaart.
De arbeidsparticipatie is laag Nederland heeft de laagste arbeidsparticipatie van ouderen boven de 65: Amerika 27 %, Japan 37% en Nederland 0,1 %. De arbeidsparticipatie tussen 50 en 55 jaar
is in Nederland 50 %, de helft is dan al met pensioen of met de VUT. Persoonlijk vindt de heer Smalhout dat het AOV deze vorm van discriminatie moet bestrijden. Zijn overtuiging is dat een
politieke partij die doelstellingen moet najagen die belangrijk zijn voor de maatschappij als geheel, niet alleen maar voor een groep uit die maatschappij. Een politieke partij moet er zijn zowel
voor de pasgeborene als voor de hoogbejaarde, zowel voor de scholieren als voor de adolescenten, zowel voor mannen als voor vrouwen, voor arbeiders en voor intellectuelen.
Leeftijdsdiscriminatie is de pest in onze maatschappij, probeer daar in de politiek jets aan te doen.~ Aldus Prof. Smalhout. Fractievoorzitter Bertus Leerkes bracht, nadat enige spitse .vragen
door de spreker waren beantwoord, prof. Smalhout dank voor zijn opwekkende woorden.
Laurent-Jan v.d. Bogaard.
Leerkes Lijsttrekker AOV, Unie 55+
De besturen van de ouderenpartijen AOV en Unie 55 + willen dat
Bertus Leerkes de gezamenlijke lijst van de twee partijen bij de
Kamerverkiezingen van 1998 gaat aanvoeren. De 75-jarige Leerkes
vormt nu in zijn eentje de fractie van de Unie 55+.
Financieel Dagblad
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1996-1997. Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer. met de daarop door de regering gegeven
antwoorden
1271
Vragen van het lid Verkerk (AOV) over het korten van AOW-, IAOW- en ANW-gerechtigden in hun uitkering. (Ingezonden 28 april 1997)
- Worden AOW, IAOW of ANW-gerechtigden in hun uitkering gekort, wanneer zijn langdurig
thuis de zorg op zich nemen voor anderen dan bloedverwanten in de eerste graad?
- Vindt U dit rechtvaardig. ook als U bedenkt dat veel ouderen een slechte inkomenspositie
hebben en dat op deze wijze kosten worden bespaard?
- Bent u bereid om na te gaan, zoals dat ook gebeurt voor andere uitkeringsgerechtigden, in
hoeverre er mogelijkheden zijn om korting na te laten op inkomens van AOW-, IAOW- en
ANW-gerechtigden, wanneer zij de genoemde zorgtaken verrichten?
- Bent U bereid eventueel via wetswijziging dit ontzien van uitkering of pensioen bij zorgtaken
te realiseren?
persbericht ANBO van 22 april jl.
Antwoord van staatssecretaris De Grave (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). (Ontvangen 27 mei 1997)
- Indien deze uitkeringsgerechtigden met degene aan wie zij zorg verlenen een gezamenlijke
huishouding voeren, kan dit gevolgen hebben voor hun uitkering. De uitkering kan worden
verlaagd (bijvoorbeeld in de AOW), kan worden beëindigd (bijvoorbeeld in de ANW), maar
ook worden verhoogd (bijvoorbeeld in de AOW als recht op toeslag ontstaat voor de
hulpbehoevende indien die langer is dan 65 jaar).
- en 3. en 4.
Het is in bepaalde gevallen inderdaad de vraag of het rechtvaardig is dat de uitkering
beëindigd wordt indien de uitkeringsgerechtigde een hulpbehoevende in huis neemt om te
verzorgen. Bij de behandeling van de begroting in de Tweede Kamer heb ik reeds toegezegd
mij te zullen beraden op deze kwestie.
Dit beraad is in voile gang. Het betreft echter een ingewikkelde materie. Zo zal aan de ene
kant vastgesteld moeten worden welke uitkering ((gerepareerd)) moet worden, in welke
situatie en tot welke hoogte en aan de andere kant wanneer er sprake is van een
hulpbehoevende. Bij het zoeken naar een oplossing worden, naast de uitkeringsregelingen
die door U worden genoemd, ook andere sociale zekerheidsregelingen betrokken. Voorts
wordt in hetzelfde kader nagedacht over de vereiste beschikbaarheid voor arbeid van
werkloze uitkeringsgerechtigden indien zij een hulpbehoevende thuis verzorgen. Het is mijn intentie de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk over mijn voornemens ten aanzien van deze problematiek te informeren.
Tweede Kamer, vergaderjaar 19961997, Aanhangsel 2597